Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZICHT

betekenis & definitie

noemt men in het algemeen de mate van doorzichtigheid van de atmosfeer; in getallenmaat uitgedrukt, wordt als het zicht overdag aangeduid de grootste afstand waarop voorwerpen van voldoende grootte en van een neutrale tint tegen de achtergrond van een lichte hemel nog juist herkenbaar zijn. Het zicht hangt af van de volgende meteorologische factoren: waterdampgehalte van de lucht, eventueel druppeltjesgehalte, gehalte aan condensatie-kernen en stofdeeltjes (eventueel rookdeeltjes), warmtetoestand van de lucht (z straling).

Bij mist — volgens het meteorologische spraakgebruik — is het zicht minder dan 1 km, bij nevel tussen 1 en 2 km. Men spreekt (met name op zee) van „helder zicht” als het zicht minstens 10 zeemijlen (18 km) is.Des nachts moet men een andere maatstaf voor het zicht aanleggen dan overdag, wil men een vergelijkbare zicht-schaal krijgen; men spreekt voor het nacht-zicht van „vurenzicht”. Het zicht ’s nachts kan men meten met behulp van lampen van bepaalde kaarssterkten op bepaalde afstanden.

< >