Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZEEROOF

betekenis & definitie

is het gebruik van een vaartuig in open zee tot het plegen van geweld tegen andere vaartuigen of zich daarop bevindende personen of goederen, zonder door een oorlogvoerende mogendheid te zijn gemachtigd of tot de oorlogsmarine van een erkende mogendheid te behoren. Zeeroof moet worden onderscheiden van de kaapvaart, die ingevolge machtiging van een belligerent geschiedde.

In de practijk evenwel is een geleidelijke overgang waar te nemen tussen de kaper die, voorzien van een kaperbrief, uitvoer om ’s lands vijanden te benadelen, en de zeerover die slechts uit was op het behalen van buit. In de Atlantische wateren is de meeste zeeroof gepleegd door dergelijke gelegenheidspiraten, vooral in tijd van oorlog, hoewel er zeker streken waren, bijv. langs de kusten van het Kanaal, waar velen dit bedrijf als beroep uitoefenden (z ook Barbarijse zeerovers, Boekaniers). Zeeroof is overigens zo oud als de zeehandel en werd vaak door dezelfde personen bedreven. Eerst in de 19de eeuw heeft het verscherpte politietoezicht ter zee aan de piraterij een einde gemaakt, hoewel niet volkomen (China).Het volkenrecht verleent (volgens het gewoonterecht) aan elke staat de bevoegdheid, door zijn schepen de zeerover te doen achtervolgen, aanhouden, opbrengen en hem te straffen. De lading van het opgebrachte schip kan worden verbeurd verklaard; voorzover zij echter geroofd is, zal zij aan de oorspronkelijke eigenaren terugvallen (droit de recousse), behoudens vergoeding van de voor de herneming gemaakte kosten.

Volgens de Nederlandse wetgeving (art. 381 W.v.Sr.) wordt als schuldig aan zeeroof met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaar gestraft hij, die als schipper dienst neemt of dienst doet op een vaartuig, waarvan hij weet, dat het bestemd is voor, of dat hij gebruikt tot het plegen van zeeroof, zoals hierboven is omschreven. Een schepeling wordt in hetzelfde geval met een gevangenisstraf van ten hoogste negen jaar gestraft. Hebben de daden van geweld de dood tot gevolg van een der zich op het aangevallen schip bevindende personen, dan kan een gevangenisstraf van vijftien jaar worden opgelegd. Art. 440 W.v.K. geeft aan de officieren en het scheepsvolk het recht om te weigeren de dienst gestand te doen, indien het vaartuig wordt bestemd of gebruikt voor zeeroof. Het uitrusten van roofschepen voor eigen of vreemde rekening en het middellijk of onmiddellijk medewerken tot het verhuren, vervrachten of verzekeren van dergelijke schepen is eveneens strafbaar, evenals het opzettelijk in de macht van zeerovers brengen van een Nederlands schip. Volgens art. 93 van de Wet op de regterlijke organisatie berecht de Hoge Raad in eerste en laatste instantie de zeerovers en hen, die verdacht worden van overtreding van de andere misdrijven der artt. 381-385 W.v.Sr.

MR L. V. LEDEBOER

Lit. P. Stiel, Die Piraterie (Berlin 1905); V. Pella, La répression de la piraterie (Ree. des Cours de l’Ac. de Droit intern, de La Haye, dl 15, Paris 1928); A. Müller, Die Piraterie im Völkerrecht (Grünberg, Hessen, 1929); L. V.

Ledeboer, La recousse sur les pirates (Bibliotheca Visseriana, dl IX, Leyde 1931). Een goed overzicht van de gesch. der zeeroverij ontbreekt. Uit de verspreide lit.: H. A. Ormerod, Piracy in the Ancient World (1924); E. Ziebarth, Seeraub und Seehandel in Alt Griechenland (1929); W.

Vogel, Zur nord- und westeurop. Seeschiffahrt im frühen Mittelalter (in: Hans. Gesch. bl., 1907); H. C. Cordsen, Beiträge zur Gesch. der Vitalienbrüder (1907); H. Malo, Les corsaires dunkerquois et Jean Bart (1912); C.

L. Kingsford, The School of Engl. Seamen (in: Prejudice and Promise in 15thCentury England, 1925); A. Bijl, De Nederl. convooidienst (1951). Enkele individuele gevallen: H. S.

Lucas, John Crabbe, Flemish Pirate, Merchant and Adventurer (in: SpeculumXX, 1945); A. Boudier, Charles Desmarets, corsaire dieppois, 1445 (in: Rev. hist. CXXXVII, 1921).

< >