Grieks wijsgeer en dichter (Colophon in Ionië, Klein-Azië, ca 580/577 Elea 485/480 v. Chr.), week vermoedelijk ca 546 v.
Chr. voor de invallen der Perzen uit en vestigde zich na langdurige zwerftochten in Elea (Zuid-Italië). Hij was de eerste Griek, die zich voor filosofische uiteenzettingen van de dichtvorm bediende; van zijn gedichten zijn slechts fragmenten over. Zijn belangrijkste werk was een leerdicht Over de natuur-, ook schreef hij historische epen over de stichting van Colophon en de kolonisatie van Elea, en voorts elegieën, en hekeldichten, Silloi geheten; zelf droeg hij zijn gedichten als rhapsode voor.Xenophanes was een originele geest, die op vele traditionele opvattingen der Grieken critiek uitoefende; zo kantte hij zich in een bewaard gebleven elegie tegen de overdreven verheerlijking van de kampioenen bij athletische wedstrijden; vooral bestreed hij de anthropomorphe en polytheïstische voorstellingen en de vaak onstichtelijke mythologische verhalen aangaande de góden; hij erkende slechts één god, die zomin in gestalte als in denkvermogen aan de mensen gelijk is doch eeuwig, gelijkvormig, onbeweeglijk en één en al waarneming en gedachte is. Door deze leerstellingen gaf hij de stoot tot het ontstaan der Eleatische wijsgerige school (z Eleaten).
Als natuurfilosoof beschreef hij de wereld als het product van de eeuwige strijd tussen de zee en de aarde, waarbij periodiek het ene element het andere overheerst; ten bewijze hiervan wees hij op de aanwezigheid van fossielen van zeedieren, waar nu land is: de eerste juist geïnterpreteerde waarneming op het gebied der geologie.
PROF. DR W. J. W. KOSTER
Bib!.: Fragmenten van X.’ gedichten bij Diehl, Anthologia lyrica graeca, fase. i, 3de dr. (1949), en (aangevuld m. d. indirecte gegevens voor zijn leer) bij Diels-Kranz, Fragm. d. Vorsokratiker, I (6de dr. 1951).
Lit.: H. Diels, Über X., in: Archiv für die Geschichte der Philosophie, X (1897); M. Levi, Senofane e la sua filosofia (Turino 1904); K. Praechter, Zu X., in: Philologus LXIV (1905) ; H. Mavrokordatos, Der Monotheismus des X., diss. Leipzig (1910); C.
Galogero, Studi sull’eleatismo (Roma 1932); A. Lumpe, Die Philosophie des X. von Kolophon (1952); Werner Jaeger, Theology of the Early Greek Philosophers (1953).