…(tekst ontbreekt) en van de invloed van het gezin, waarin hij enkel belemmering ziet, losmaken, en hen samenbrengen in een geheel op hun behoeften ingestelde, democratisch georganiseerde gemeenschap, in nauwe aanraking zowel met de natuur als met de kunst als de hoogste vorm waarin de Geest zich openbaart, en hen van hun roeping als cultuurdragers bewust maken. Organisatorisch heeft hij in zijn Freie Schulgemeinden dit ideaal verwerkelijkt.
Zijn denkbeelden over de eigen waarde van de jeugd en over de functie van de kunst in de opvoeding hebben ook buiten zijn eigen kring vrucht gedragen.Bibi.: Hegels Kritik Kants, zur Einl. in die Hegelsche Philosophie, diss. (1898); Amor dei Intellectualis (1898); Die Kirche (1902); Der Gedankenkreis der freien Schulgemeinde (1913), Schule und Jugendkultur (1913); Was ist Jugendkultur (1914); Die neue Jugend (1914); Der Kampf für die Jugend (Jena 1919); Eros (1921,171924); Wickersdorff (1922); Der europäische Geist (1924); Revolution und Schule (1924); Weltanschauung (München 1940, 2de dr. 1947)
Lit.: F. Mückle, G. W., ein Bild des Kulturverfalles (Lauenburg 1924); Jonas Cohn, G. W.s Pädagogik, in: Befreien und Binden (Leipzig 1926); K. Kesseler, Pädagogische Karakterköpfe (1929).
