(1) is een grotendeels diep en nauw dal, op de breedste plaatsen bij Elberfeld en Barmen ca 1 km breed; het is bekend om zijn industrieplaatsen (z Wuppertal 2). Over een afstand van 52 km bracht voorheen de Wupper met zijn 57 zijrivieren een 400-tal molens en fabrieken in beweging, thans zijn er nog verscheidene onmiddellijk op waterkracht aangewezen.
In meer beperkte zin geldt de naam thans voor het stadsgebied Wuppertal.(2) is de naam van het stadsgebied, in RijnlandWestfalen, ca 12 km ten O. van Düsseldorf, dat in 1930 werd gevormd uit de vereniging van de toenmalige afzonderlijke gemeenten Barmen, Elberfeld, Cronenberg, Bergenburg, Vohwinkel en Ronsdorf en delen van enkele andere gemeenten. Het stadsgebied strekt zich over een afstand van 18 km langs beide oevers van de Wupper uit, telt (1953) 385 000 inw. (1939: 405 000 inw.) en heeft een oppervlakte van ca 15 000 ha, waarvan nog 6700 ha voor landbouwdoeleinden worden gebruikt en 2800 ha door bos wordt ingenomen.
Van een eigenlijk centrum is bij een dergelijke samenvoeging uiteraard geen sprake, de vroegere zelfstandige steden en dorpen hebben elk hun eigen kern; vaak schuift een landelijk of bebost gedeelte zich tussen twee kernen in en het geheel geeft een ietwat verbrokkelde indruk.
Oorspronkelijk was de textielindustrie het voornaamste bestaansmiddel, doch thans zijn metaalindustrie en chemische industrie van gelijke betekenis. Verder is er fabricage van meubelstoffen, houtwaren en rubberartikelen.
Behalve de normale lagere, middelbare en vakscholen bezit Wuppertal 2 hogescholen en 2 akademiën. Er zijn stadsbibliotheken en een dierentuin.
Wuppertal heeft spoorwegverbindingen met Essen, Düsseldorf, Solingen, Hagen en Remscheid. De grote autoweg, die in de lengte door het Wuppertal loopt wordt verbreed .Een unicum is de uit 1901 daterende zweefspoorweg door het Wuppertal, 13 km lang.
In Wereldoorlog II was Wuppertal een der zwaarst gebombardeerde Duitse steden, de eerste die met fosforbommen werd bestookt. Van de huizen en gebouwen werd ca 50 pct vernield of beschadigd. Het Städtische Museum (Elberfeld), het Natuurwetenschappelijk Museum en het Heimatmuseum (Barmen) werden vernield, verder een groot aantal kerken. De herbouw is vooral gericht op herstel van de woningvoorraad.
