Pools generaal (Blłonie 1892) streed in Wereldoorlog I in het Russische leger, maar in 1919-1920 stond hij aan het hoofd van een regiment Poolse lanciers in de oorlog tegen de Russen. Toen in Sept. 1939 de Russen Polen, in een strijd op leven en dood met Duitsland gewikkeld, in de rug aanvielen, werd hij, inmiddels tot brigade-generaal bevorderd, door hen gevangen genomen.
Twee jaar lang bleef hij in de gevangenis te Moskou, totdat hij na de Duitse aanval op Rusland in 1941 vrijgelaten werd en aan het hoofd van de Poolse troepen (tot dusver krijgsgevangen) in Rusland kwam te staan. De samenwerking tussen Polen en Russen wilde echter niet goed vlotten, zodat hij ten slotte in 1942 verlof kreeg om met ongeveer 70 000 man over Perzië naar Afrika te gaan. Hier en later in Italië (Monte Cassino) onderscheidden zich zijn troepen onder Engels opperbevel op schitterende wijze. Na de Duitse capitulatie echter weigerde het gros terug te keren naar het onder grotendeels communistisch bewind staande vaderland. Dit gaf aanleiding tot wrijving tussen de nieuwe regeringen van Polen en Joegoslavië ener- en Engeland, in welks dienst Anders’ troepen, nu een 100 000 man sterk, stonden, anderzijds, temeer daar zij zich niet onthielden van anti-Russische agitatie. In de zomer van 1946 werden zij van Italië naar Engeland overgebracht; tegelijkertijd (26 Sept.) ontnam de Poolse regering Anders de Poolse nationaliteit.