(d.i. „Beheerseres van het Oosten”), Russische zeehaven aan een baai van de Japanse Zee, de Solotoj Roy baai, d.i. „de Gouden Doorn”'), ligt op 43° N.Br. aan het eind van de Transsiberische Spoorweg. De stad heeft tevens spoorverbinding met steden in Mantsjoerije en bezit een grote luchthaven.
De haven, ca 7 km lang en 2 km breed, wordt gedurende de wintermaanden door ijsbrekers opengehouden. Wladiwostok is de thuishaven voor de Pacific-vloot der Sovjet-Unie, heeft uitstekende haveninstallaties, w.o. droogdokken. Sinds de betekenis van de plaats in deze eeuw, als strategisch punt in het Verre Oosten, sterk is gestegen, is zij uitgebouwd tot een moderne stad met (1939) 206 000 inw. en een universiteit. Uitgevoerd worden sojabonen, hout, vis, graan en zaden. De industrie omvat metaal- en machinenijverheid, olie- en houtfabrieken.De stad werd in 1860 door de Russische gouverneur van Oost-Siberië, graaf Moerawjew, gesticht, nadat het stadsdistrict in 1858 aan Rusland werd afgestaan. In 1897 bereikte de Transsiberische spoorlijn de stad. In beide Wereldoorlogen was zij een belangrijk entrepot voor aanvoer van geallieerde zijde. Sinds 1922 behoort zij tot de S.S.R. Groot-Rusland.
