Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

William temple

betekenis & definitie

(1), Brits staatsman (Londen 25 Apr. 1628 - Moor Park 27 Jan. i6gg), was de zoon van een vooral in Ierland gegoed landedelman ; hij studeerde kort in Cambridge en maakte daarna een reis op het vasteland, nadat hij zijn vrouw, Dorothy Osborne, op Guernsey had leren kennen. Hij was lid van het Parlement in 1660 en kreeg in 1665 een diplomatieke zending: om Munster tegen de Republiek te activeren.

Steeds overtuigd van de noodzaak van samengaan van de Republiek met Engeland tegen Frankrijk, bewerkte hij vooral, als agent in Brussel en als gezant in Den Haag (1668-’71), de Triple Alliantie, maar werd teruggeroepen, toen Karel II met Frankrijk intrigeerde. Tijdens de oorlog van 1672-’74 drong hij aan op hernieuwde samenwerking en gaf in zijn Observations een gunstig beeld van de Republiek. Na de vrede van Westminster weer gezant in Den Haag (1674-’79), bewerkte hij het huwelijk van Willem III met Maria Stuart en de Vrede van Nijmegen. Na zijn terugkeer uit de Nederlanden weigerde hij het ambt van Secretaris van Staat, omdat hij Karels politiek niet deelde. Hij ontwierp nog een plan om de Privy Council te maken tot een regeringsraad, tussen Parlement en Koning, en trok zich in 1681 teleurgesteld uit de politiek terug om zich geheel aan het schrijven te wijden. Hij genoot de inkomsten van zijn landgoederen en van het ambt van Master of the Rolls. Jon. Swift was een tijdlang zijn secretaris. Zijn geschriften munten uit door hun stijl, fijne observatie en in de richting van het rationalisme gaande denkbeelden. Hij was de eerste die het algemeen belang schetste van de openbare mening als een der bronnen van het staatsgezag (Essay upon the Original and Nature of Government, 1672) en verdient een plaats als voorloper van de psychologische staatswetenschap.DR H. A. ENNO VAN GELDER

Bibl. (beh. de gen.): Observations upon the United Provinces, (1672, herdr. m. inl. d. G. N. Clark, 1932); Memoirs, 1672-81 (3 dln); Miscellanea (3 dln); Life and Works of Sir W. T. (2 dln, 1720); Works (4 dln, 1814); Letters of Sir W. T. (1814); Early Essays and Romances, with the Life of Sir W. T., by his sister Lady Gifford, ed. G. C. Moore Smith (1930).

Lit.: Th. P. Courtenay, Memoirs of the Life, Works and Correspondence of Sir W. T. (1836); Th. B. Macaulay, Essays; Clara Marburg, Sir W.T., a 17th Cent. Libertin (1932); Homer E. Woodbridge, Sir W. T., the Man and his Work (1940).

(2), aartsbisschop van Canterbury (Exeter 15 Oct. 1881 - Canterbury 26 Oct. 1944), zoon van Fredrick, eveneens aartsbisschop van Canterbury, studeerde en doceerde te Oxford, werkte in de Student Christian Movement, droeg bij tot de totstandkoming van de Church Assembly Act 1919. Hij werd bisschop van Manchester (1921), van welke diocese, die te groot was, in 1926 Blackburn afzonderlijk werd geïnstitueerd. In 1928 werd Temple aartsbisschop van York, als opvolger van Cosmo Lang. Op grond van de Anglicaanse traditie verdedigde hij in 1927 de revisie van het Book of Common Prayer, die niet tot wet is geworden. Ook bevorderde hij in de Lambeth Conference de verhouding tot de Oosterse Orthodoxie en verdedigde de Z.-Indiase Reunion. Temple had een zeer groot aandeel in de oecumenische beweging en was meermalen voorzitter der conferenties; in Jan. 1940 leidde hij een internationale interkerkelijke bespreking op Oud Wassenaar. Hij werd in 1942 aartsbisschop van Canterbury, erkend als dominerende, maar niet dwingende, leider der Anglicaanse kerk. Hij hing een theïstische filosofie aan, die ook wel als dialectisch realisme wordt gekarakteriseerd.

Bibl.: Nature, Man and the God (Gifford Lectures) (1935), Christ and Social Order (1943); The Church looks forward (1944), Readings in St. John’s Gospel (1945).

Lit.: E. Kaïla en S. Holmström, Der Weg des Erzbischofs von Canterbury (Berlin 1941); A. E. Baker, W. T. and his Message, Selection from his Writings (1946, Pelican Books A 167); G. K. A. Bell, W. T. and his Message (1946); F. A. Iremonger, W. T., archbishop of Canterbury (London 1948); Idem, Life and Letters of W. T. (1948).

< >