Amerikaans uitgever (San Francisco 29 Apr. 1863) was de zoon van de gouddelver en latere senator George Hearst. Hij studeerde aan Harvard University en kreeg in 1887 een dagblad, de toenmaals onbetekenende San Francisco Examiner, van zijn vader cadeau.
Door een sensationele berichtgeving, een populaire en overzichtelijke wijze van opmaak en door het voeren van perscampagnes tegen allerlei misstanden slaagde hij er in, deze krant in zeer korte tijd een geweldige vlucht te doen nemen. In 1895 breidde hij het terrein van zijn activiteit uit tot New York, waar hij de Morning Journal aankocht. In heftige concurrentiestrijd met Pullitzer’s World wist Hearst ook deze krant tot ongekende bloei te brengen. Zijn wapenen waren, behalve de boven reeds vermelde, ook het drukken van de prijzen en het, door fantastische salarissen en premies, aantrekken van de beste krachten, bij voorkeur uit de staf van zijn concurrent. Aan de Journal verbond hij ook een avondblad, de New York Evening Journal, weldra de populairste krant van Amerika. In igoo richtte Hearst de Chicago American op, in 1902 de Chicago Examiner en in 1904 de Boston American, later gevolgd door tal van andere dagbladen en geïllustreerde tijdschriften.
In de jaren dertig verwierf hij ook nog de beschikking over een aantal radiozenders. Steeds is het meest kenmerkende van de Hearst-bladen de sensatie geweest: tegenstanders spraken smalend van de „gele pers”.Op politiek gebied stond Hearst de democratische partij het naast, hoewel hij de officiële politiek van de democratische presidenten Wilson en Roosevelt lang niet altijd steunde. Zo kantte hij zich tegen Amerika’s intrede in Wereldoorlog I, terwijl de Volkenbond in hem een heftig bestrijder vond. In de buitenlandse politiek nam hij steeds een nationalistisch standpunt in. De campagne van de Hearstpers had een belangrijk aandeel in het uitbreken van de Spaans-Amerikaanse oorlog van 1898. Aanvankelijk heftig anti-Engels, bepleitte hij daarentegen later een unie van alle Engelssprekende volkeren. Van 1903-1907 had hij zitting in het Huis van Afgevaardigden. Tweemaal stelde hij zich, zonder succes, candidaat voor het ambt van burgemeester van New York en eenmaal (1906) voor het gouverneursschap van de staat New York al evenmin met resultaat.
Lit.: John K. Winkler, W. R. H., An American Phenomenon (London 1928); C. M. B.
Older, W. R. H., American (1936).