Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Boston

betekenis & definitie

(1) is een zeehaven in het Engelse graafschap Lincoln, gelegen op de beide oevers van de Witham, die uitmondt in de Washbaai. Het beleefde een bloeitijd in de middeleeuwen, toen er een wolstapel was gevestigd, en de stad handel dreef op Italië en de Hanzesteden.

Deze wolhandel verminderde door de ontwikkeling der Engelse lakenindustrie en door de verzanding van de Washbaai.Het tegenwoordige Boston (1939: 22 990 inw.) is in hoofdzaak vissershoven en marktplaats (vooral veemarkten) voor de agrarische omgeving. De St Botolphskerk uit 1309 is een der grootste van Engeland; de Guildhall dateert uit de 15de eeuw.

Vnl. inwoners van Boston stichtten in 1630 de gelijknamige stad in Massachusetts (U.S.A.).

(2), de hoofdstad van Massachusetts, gelegen op de westelijke oever van Massachusetts Baai, is een van de belangrijkste zeehavens der V.S., een drukke industriestad, met een hoog percentage inwoners die buiten de V.S. geboren zijn (o.a. vele Frans-Canadezen). In 1920 was nog geen 25 pet van de bevolking van Boston in Amerika geboren uit in de V.S. geboren ouders. De bevolking telde in 1940: 770 816, die van GrootBoston echter in totaal 2 350 514 zielen.

De stad bezit ongeveer 300 kerken en enige grote schouwburgen. Het in 1804 gestichte athenaeum bezit een schilderijenverzameling, een collectie beeldhouwwerken en een bibliotheek. De Faneuil-hall, een geschenk van Peter Faneuil, een Hugenoot, werd reeds gedurende de tijd van de opstand gebruikt voor vergaderingen en wordt ,,de wieg der Amerikaanse vrijheid” genoemd. Verder moet het gouvernementsgebouw van Massachusetts genoemd worden met zijn gouden koepel, het museum van Schone Kunsten en van de Society of Natural History, enz.

Van de hogere onderwijsinstellingen zijn de voornaamste: de Rich-universiteit, in 1869 gesticht door J. Rich, met 2 mill. dollars, het in 1861 gestichte technologisch Boylton-instituut en het in 1863 door Jezuïeten georganiseerde Boston-college. Voor onderwijs en opvoeding is in Boston altijd veel gedaan, zodat het wel „het Amerikaans Athene” genoemd wordt. Harvard-college in Cambridge*, een voorstad van Boston, in 1738 gesticht, is een der beste universiteiten der V.S. In 1912 werd door het Technologisch Instituut van Massachusetts een begin gemaakt met het oprichten van verschillende technische onderwijsinstellingen in Cambridge, daartoe in staat gesteld door talrijke grootse schenkingen.

De welvaart van Boston berust vnl. op de industrie en op de handel, vooral met Azië. Het is na New York de voornaamste in- en uitvoerhaven van de V.S. Boston is centrum voor de textielindustrie (katoen) van Nieuw-Engeland.

Zelf heeft het belangrijke confectiebedrijven (vooral herenkleding), voorts tapijtweverij, scheepsbouw, machine-industrie, metaalgieterij, enz. Ingevoerd worden fabrikaten en vooral grondstoffen voor de industrie van Nieuw-Engeland. Uitgevoerd worden de eigen fabrikaten van Nieuw-Engeland en de per spoor aangevoerde landbouwproducten (van het noordelijk deel van het Mississippigebied), katoenen stoffen, lederwaren, graan, bloem, vlees, vee, enz. Zeven spoorwegen, die in de buurt der dokken in vier stations eindigen, verbinden Boston met alle delen der V.S. In 1930 werd Boston aangelopen door 6782 kustvaarders, metende 11 mill. netto reg. ton en 1348 oceaanschepen (grote vaart), metende 3,8 mill. netto reg. ton.

Geschiedenis.

Hoewel de plaats reeds enige jaren vroeger door enkele Engelsen werd bezocht, gaat de stichting van Boston niet verder terug dan 1628, toen voor het eerst een groep Puriteinse emigranten zich onder leiding van John Endecott bij Salem vestigde. Twee jaar later koos een andere groep onder John Winthrop aan de overzijde van de rivier domicilie en deze nederzetting werd Boston genaamd naar de stad in Engeland, die het middelpunt der Puriteinse beweging was. De immigranten noemden zich Congregationalistcn (Anglicanen, echter met een zo uitgesproken Protestants karakter, dat hun kerk, los van het moederland, geheel een Puriteins cachet had); zij waren onverdraagzaam: het lidmaatschap van een der stadskerken (andere dan Congreg.-kerken werden niet geduld) was een vereiste voor het burgerrecht. Kerk en stad werden zeer democratisch geregeerd, er heerste volkomen gelijkheid van allen, terwijl alle burgers samen in belangrijke zaken beslisten. Langzamerhand vestigden er zich ook andersdenkenden, meer om economische redenen, en de tegen hen toegepaste onverdraagzaamheid leidde tot strijd. Bij de troonsbestijging van Willem III werd het in 1686 ingetrokken Charter weer hersteld, met behoud van het democratisch bestuur en de voorrechten der congregationalisten; alleen konden nu ook anderen het burgerrecht verwerven en mochten ook kerken bouwen; de gouverneur werd voortaan door de koning benoemd.

In de 18de eeuw stond Boston onder leiding van Sam. Adams* vooraan in de strijd tegen de invoerrechten door Engeland aan de koloniën opgelegd; vooral de oude Puriteinen waren op vrijheid gesteld en heftig. Men wapende zich en 5 Mrt 1770 werd een aantal burgers door Engelse soldaten neergeschoten (Boston-massacre). Daarna bleef alleen het recht op thee gehandhaafd. Ook daartegen (het ging nu om het beginsel) verzette zich Adams, maar de Engelse regering wilde toch doorzetten: door de Oostindische Compagnie werden drie schepen, met thee geladen, naar Boston gezonden, die niet dan na betaling der rechten mochten worden gelost. Toen beklom 16 Dec. 1773 een aantal als Indianen vermomde kolonisten de schepen en wierp de thee overboord.

Duidelijk bleek het een door de ontevreden burgerij goed voorbereide daad te zijn en de koning antwoordde dan ook met het bevel tot sluiting van de haven, verlies van alle vrijheden en bezetting van de stad door troepen onder Gage. De kolonisten gaven niet toe en hoe langer hoe heftiger werd de tegenstand, totdat in 1775 de openlijke strijd begon, waarbij de Engelse troepen zich eerst in de stad wisten te handhaven, maar na de grote verliezen bij Bunker-Hill geleden, moesten zij haar ontruimen (17 Mrt 1776) (z Vrijheidsoorlog, Amerikaanse).

Na de vrijwording was Boston het middelpunt der Unionistische partij, die vrijhandel voorstond, en na 1831, in welk jaar Garrison hier de „Liberator” oprichtte, van de anti-slavernij-beweging, zoals het ook later veel voor verbod van sterkedrank voelde: steeds leeft er nog de vrijheidslievende, maar dogmatische geest der oude Puriteinen. In 1872 is de stad grotendeels door brand vernield.

Lit.: Massachusetts, a guide to its Places and People (W.P.A. American Guide Series) (Boston 1937); J. B. Crosby, Boston through the Ages (Boston 1928); J. Winsor, Memorial hist. of B., 1630-1880, 4 vol. (Boston i88o-’8i); E. E. Hale, Historie Boston and its neighbourhood (New York 1898).

< >