Engels essayist en criticus (Maidstone, Kent, 10 Apr. 1778 - Londen 18 Sept. 1830), wijdde zich door bezoeken aan het atelier van zijn broer eerst aan de schilderkunst. Een ontmoeting echter met Coleridge in Jan. 1798 wees hem een andere weg die hij met groeiend succes volgde.
Zonder literaire scholing schreef hij aanvankelijk essays in verschillende tijdschriften (o.a. The London Magazine), later gebundeld, The Round Table (1817), Table Talk (1821), The Plain Speaker (1826). Zijn grootste verdienste voor zijn tijd waren zijn lezingen over Shakespeare, waarin hij zijn gehoor gezonde leiding gaf in zijn eerste kennismaking met dichters (Characters of Shakespeare's Plays: 1817-18). Met Lamb en Hazlitt krijgt de literaire critiek eerst haar betekenis. Als toneel- en kunstcriticus is hij oprecht en wil het kunstwerk onbevooroordeeld beschouwd zien, los van de persoon van de kunstenaar. Met Leigh Hunt, de Quincey, Lamb, Shelley, Keats,e.a. maakte hij deel uit van een literaire groep, in Blackwood’s Magazine spottend genoemd ,,The Cockneys”.
Hij leverde critiek zelis op leden van deze groep. Voor iedereen had hij dezelfde maatstaf: vriend of vijand van de revolutionnaire geest van zijn tijd. Zo maakte hij zich vele vijanden. In eenzaamheid, slechts bijgestaan door Charles Lamb, stierf hij met de woorden: „Ik heb een gelukkig leven gehad”.Bibl.: The Complete Works, ed. P. P. Howe (20 vols and Index (1930-34); An Essay on the Principles of Human Action (1805); A View of the English Stage (1818); Lectures on the English Poets (1818, 1819); Lectures on English Comic Writers (1819); Political Essays (1819); Lectures on the Dramatic Literature of the Age of Elizabeth (1820); The Spirit of the Age (1825); kunstcritieken: Sketches of the Principal Picture Galleries in England (1824); Notes of a Journey through France and Italy (1826); Conversations of James Northcote Esq., R. A. (1830); Life of Napoleon (4 vols, (1828-30); Posthuum uitgegeven bundels: Literary Remains (1836); Sketches and Essays (1839); Winterslow: Essays and Characters written there (1850) bevat een van zijn beste essays: My first Acquaintance with Poets.
Lit.: A. Birrell, W. H. (English Men of Letters Series, 1902); P. P. Howe, The Life of H. (1922; rev. 1928, herdr. 1949); W.P. Ker, H., in: Collected Essays, dl I (1925); G.
Saintsbury, Collected Essays vol. I (1923), blz. 106-134; H. W. Garrod, The Place of H. in English Criticism, in: The Profession of Poetry and other lectures (Oxford 1929); M. Praz, in: English Studies vol. 13 (1931); G. Keynes, Bibliogr. of W.
H. (1931); E. Schneider, The Aesthetics of W. H. (Philadelphia 1933); H. Pearson, The Fool of Love (1934).