Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Willem Joseph van GHENT

betekenis & definitie

(1) baron, Nederlands vlootvoogd (ca 1626 bij Solebay 7 Juni 1672), diende sedert ca 1645 bij het leger en nam in 1659 deel aan de krijgsverrichtingen onder De Ruyter op het eiland Funen. In Mrt 1663 werd hij majoor bij het regiment Walen, in Dec. 1664 luitenant-kolonel en tevens gouverneur van Hellevoetsluis.

Tijdens de Tweede Engelse Oorlog (1665-1667) bevond hij zich met enige andere landofficieren op de vloot, welke onder De Ruyter de retourvloot van Pieter de Bitter uit Bergen in Noorwegen afhaalde en voerde hij met de gouverneur van die stad de nodige onderhandelingen (Aug.-Sept. 1665). Kort daarop werd Van Ghent met de rang van kolonel benoemd tot commandant van het nieuw opgerichte regiment mariniers, waarbij hem tevens het bevel over een eigen schip werd opgedragen. In de Tweedaagse Zeeslag (4-5 Aug. 1666) onderscheidde hij zich zozeer, dat hij weldra werd benoemd tot luitenant-admiraal bij de Admiraliteit van Amsterdam als opvolger van Cornelis Tromp. Van Ghent’s overgang naar de zeedienst is voor de Republiek verre van nadelig gebleken.

Dat hij in Mei 1667 met een sterk eskader de Schotse kust bij de Firth of Forth in rep en roer bracht, kan als een voorspel worden beschouwd van de belangrijke rol, die hij ruim een maand later bij de-tocht naar Chatham (19-24 Juni 1667) heeft vervuld en waarvoor hij door de Staten met eenzelfde gouden beker werd beloond als De Ruyter en Cornelis de Witt.In 1670 opereerde Van Ghent in samenwerking met een Engelse scheepsmacht met uitzonderlijk succes tegen de Barbarijse zeerovers. Een jaar later echter (24 Aug. 1671) geraakte hij buiten zijn schuld met het Britse koningsjacht de Merlin op de Noordzee in een vlagincident, dat een der motieven werd, waarom koning Karel II de Republiek de oorlog verklaarde. Reeds in het begin van deze Derde Engelse Oorlog (1672-1674) is Van Ghent, na een vergeefse aanslag op tien in de Theemsmond liggende oorlogsschepen, tijdens de slag bij Solebay gesneuveld. Hij werd in de Dom te Utrecht begraven onder een praalgraf van Rombout Verhulst, opgericht door de Admiraliteit van Amsterdam.

Lit.: J. C. M. Warnsinck, Van vloot\oogden en zeeslagen (Amsterdam 1940).

(2) baron , Nederlands zee-officier (1671 Arnhem 17 Dec. 1732), zoon van de voorgaande, nam, in dienst van de Admiraliteit van Amsterdam, deel aan verscheidene krijgsverrichtingen gedurende de Spaanse Successieoorlog. Waarschijnlijk diende hij daarna gedurende tien jaren bij de zeemacht van Peter de Grote. In 1727-1728 blijkt hij Gelders afgevaardigde bij de Admiraliteit van het Noorderkwartier te zijn, in 1729 monster-commissaris en in 1729-1730 Gedeputeerde van het kwartier de Veluwe. Hij was de laatste van zijn geslacht.

Lit.: J. C. de Jonge, Gesch. v. h. Ned. zeewezen, 2de dr., dln III en IV (Haarlem 1860-’61); Nieuw Ned. Biogr.

Woordenboek, dl. VI.

Van Ghent was de naam van een in Wereldoorlog II verloren gegane Nederlandse torpedobootjager, nagenoeg van hetzelfde type ab Hr. Ms. „Banckert”.

Het schip werd in 1927 in dienst gesteld als Hr. Ms. „De Ruyter” doch in 1936 herdoopt in „Van Ghent”. In Sept. 1928 vertrok het schip naar Ned.-Indië. Sedert het uitbreken van Wereldoorlog II verrichtte de Van Ghent escorte-diensten; zij werd later ingedeeld bij de Combined Striking Force. Deelnemend aan een uitval van deze strijdmacht door Straat Soenda om de Noord liep dit schip in de donkere nacht van 14 op 15 Febr. 1942 in de gevaarlijke Stolze-straat op een rif en moest worden vernietigd om te voorkomen dat het in vijandelijke handen zou vallen.

< >