een zeer rijk koopman te Amsterdam (Amsterdam 31 Dec. 1760 - Wassenaar 10 Oct. 1839), was leider van het grote handelshuis Van Brienen en Zoonen, reder en bankier. Hij kreeg in 1803 zitting in de Amsterdamse Raad, werd in 1808 wethouder.
Koning Lodewijk benoemde hem tot honorair kamerheer en staatsraad in buitengewone dienst. In 1810 behoorde Van Brienen tot de commissie van 15 leden, welke naar Parijs ontboden werd, om Napoleon omtrent Nederlandse zaken te adviseren. Op 24 Jan. 1811 volgde, geheel tegen zijn zin, zijn benoeming tot maire van Amsterdam, welk ambt hij bekleedde tot 16 Nov. 1813. Hij was toen te Parijs, waarheen hij gereisd was met Anthony Warin, ten einde met de autoriteiten de nationale ellende te bespreken.
Zonder resultaten overigens, want het doel van de reis was bekend geworden, zodat de mannen geen gehoor konden bekomen. Eerst na 31 Mrt 1814 waren zij in staat terug te keren naar Nederland. Onderwijl was Van Brienen er in geslaagd, de gijzelaars, die de Fransen bij hun „vertrek” hadden meegevoerd, in vrijheid te doen stellen. In het herstelde Nederland kreeg hij zitting in de provinciale Staten van Holland en in de Eerste Kamer en werd 9 Dec. 1814 in de ridderschap opgenomen.
Van Napoleon had hij in Jan. 1813 de titel van Baron de l’Empire ontvangen. Willem I nam hem 12 Jan. 1825 met de titel van baron op in de Nederlandse adel. De tijdgenoten hebben, tijdens de inlijving, uiteenlopend over Van Brienen geoordeeld, hetgeen wel samenhangt met zijn benoeming tot maire, met de omstandigheid dat hij aan zijn verzet tegen verschillende Franse maatregelen weinig ruchtbaarheid gaf, en ook wel met het feit dat hij katholiek was. Vast staat, dat zijn zeer groot vermogen hem in staat stelde zeer weldadig te zijn.
Als wethouder en maire weigerde hij elk salaris uit de stadskas. Menigmaal stond hij uit eigen middelen de stad bij in haar grote financiële moeilijkheden.PROF. DR L. G. J.
VERBERNE
Lit.: Leonie van Nierop, De honderd hoogstaangeslagenen te Amsterdam in 1813 (Econ.-Hist. Jaarb., dl XI, s-Gravenhage 1925); een aanvulling op deze lijst in Econ.-Hist. Jrbk XIII (1927); een korte levensschets van v. Br. in M.
Sluyser en Fred Thomas, Twaalf burgemeesters, 500 jaar Amsterdam (Amsterdam I939).