Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WETSONTDUIKING

betekenis & definitie

of Fraus legis is een handelen dat niet direct in strijd is met een wettelijk voorschrift maar toch het doel er van verijdelt. De bekende omschrijving van Ulpianus (D. i .3.30) luidt: Fraus enim legifit ubi quodfieri noluit, fieri autem non vetuit, id fit (wetsontduiking heeft plaats als geschiedt wat de wet niet wil dat geschiedt, maar niet verboden heeft).

Wie dus zijn aangiftebiljet voor de Ink.belasting onjuist invult pleegt geen wetsontduiking in deze zin, evenmin als hij die zonder geldig plaatsbewijs een treinreis maakt. Maar anderzijds mag men niet zeggen dat iemand die niet rookt de tabaksaccijns ontduikt. Wie wetsontduiking pleegt, handelt zo, dat de wet juist niet op hem toepasselijk is terwijl hij toch tegen de bedoeling van de wet handelt (qui salvis verbis legis sententiam eins circum venit, d.i. met eerbiediging van de woorden van de wet ontduikt hij haar bedoeling, zegt Paulus, D. 1.3.29).

Het begrip wetsontduiking veronderstelt dus, evenals het begrip misbruik van recht, de tegenstelling tussen de letter of de woorden van de wet en haar geest, zin, doel of strekking; en naarmate door vrijere, minder letterlijke, wijze van wetsuitlegging deze tegenstelling geringer wordt, blijft er voor wetsontduiking minder ruimte over. Aangezien echter geen wijze van wetsuitlegging de tegenstelling tussen woord en zin ooit in alle gevallen gehéél zal kunnen opheffen, zal er voor wetsontduiking altijd ruimte overblijven. Vooral in het internationaal privaatrecht is deze ruimte nog groot. Voor deze gevallen moet de wetsontduiking als een zelfstandige rechtsfiguur aangemerkt worden, aan welke de gewilde rechtsgevolgen zoveel mogelijk worden onthouden.

PROF. MR H. R. HOETINK

Lit.: E. M. Meyers, Misbruik van recht en wetsontduiking, in: Annalen v. Rechtsgeleerdheid, dl 5 (Leuven 1937); Paul Scholten, in: Ned. Jurisprud. 1939, blz. 1270-1272; L. E.

H. Rutten, Handelingen in fraudem legis, in: Weekbl. v. Privaatrecht, Notarisambt en Registratie, no 4004 (18 Oct. 1947); G. Beelaerts van Blokland, De Wetsontduiking in het int. privaatrecht, diss. Leiden (1933)

< >