is de naam van een vroegere Pruisische provincie, waarvan Dantzig de hoofdstad was. In 1230-1237 werd dit gebied door de Duitse Orde veroverd, behalve het gedeelte dat Pommerellen heet en dat pas in 1309 aan de Orde kwam.
In 1466 werd het bij de vrede van Thorn (Torún) Pools, sindsdien werd de bevolking merendeels gepoloniseerd, behalve in de steden.Bij de Eerste Poolse Deling (1772) (z Polen, geschiedenis) annexeerde Pruisen het gebied en maakte het tot provincie, die naast Pommerellen en Kulmerland ook het Oostpruisische Marienwerder omvatte; Dantzig en Thorn bleven nog Pools tot 1793. Frederik II de Grote begon met de verduitsing van het land door kolonisatie. Van 1824—1878 was West-Pruisen met Oost-Pruisen tot één provincie verenigd. Bij het verdrag van Versailles (1919) werd het grootste deel van de provincie weer met Polen verbonden (het werd bekend onder de naam „Poolse corridor”): een klein oostelijk gebied kwam bij Duits Oost-Pruisen, een westelijk bij een „grensdistrict Posen — West-Pruisen”, terwijl Dantzig „Vrije stad” werd. 1 Sept. 1939 viel geheel West-Pruisen in Duitse handen bij Hitler’s inval in Polen. Dantzig en andere plaatsen werden zwaar beschadigd. Het gebied werd bij Duitsland gevoegd, tot de Sovjet-legers er Mrt 1945 binnendrongen; sindsdien behoort het tot de „herwonnen gebieden” van Polen, aan dit land toegewezen bij de overeenkomst van Potsdam. De Duitse bevolking is er bijna geheel verdreven en door een Poolse vervangen.