of Torn, Ned. Limburgse gemeente van 697 ha, met (1953) 2115 inw., geheel R.K., ligt links van de Maas tegen de Belgische grens en leeft vnl. van akkerbouw, steen- en pannenbakkerij en mijnindustrie.
Het toerisme neemt zeer toe. Het schilderachtige stadje ligt aan de Ittersche Beek en bestaat vnl. uit boerenwoningen van het gesloten, Zuidlimburgse type.De Benedictijnerabdij, gesticht door de vrome en rijke graaf Ansfried, vóór hij in 995 bisschop van Utrecht werd, is een der oudste geestelijke instellingen van Nederland. In de latere Middeleeuwen is de abdij omgezet in een stift van hoogadellijke wereldlijke kanonikessen. De abdis, die als enige geloften deed, bezat de rang van Rijksvorstin. In de Franse tijd werd het stift opgeheven, waarna de stiftskerk tot parochiekerk werd en de rest van de stiftsgebouwen vrijwel geheel is afgebroken. Het benedendeel van de kerktoren met de ronde flankeertorentjes kan nog dagtekenen uit de stichtingstijd van de abdij of de eerste eeuw van haar bestaan. Het is verwant o.a. met het Westerblok van de O.L. Vrouwekerk te Maastricht en bevat boven een crypte en daarboven een „dameskoor”. Overigens is de kerk een ruime kruisbasiliek in de late Gothiek van de Maasstreek die de zeldzame bijzonderheid heeft dat zij van een Gothische crypte onder het oostelijke koor is voorzien. Het inwendige van de kerk werd in het laatst van de 18de eeuw gemoderniseerd in Lodewijk-XVI-stijl, en verkeert nog bijna geheel in de toestand waarin de stiftsdames haar moeten hebben verlaten. Tot de oudste bouwwerken behoorden de ringmuren (1250-’70), waarvan heden slechts weinig over is; ook van de, in de 14de eeuw voltooide, burcht der Duitse orde zijn niet meer dan enkele resten bewaard. Het belangrijkste middeleeuwse profane gebouw is het machtige, in 1393 begonnen, raadhuis, een hoofdwerk der kunst van de Duitse Orde. Tot de mooie middeleeuwse baksteengebouwen behoren ook de Johanneskerk (1250-1433), de Jacobskerk (13091340) en de Mariakerk (eind 14de-begin 15de eeuw).
Lit.: J os. Habets, Over de oorsprong, de regten en den toestand v. d. abdij en het Vorstendom Th., in: Public, de la Soc. d’archéologie dans la Duché de Limbourg (1872); Chr. Creemers, ibid. (1872); Wolters, Notice histor. s. l’anc. Chapitre Impérial de Chanoisesses à Thorn (Gand 1850); J. Houtmortels, Thorn, Hoogadellijke rijksabdij en vorstendom (1949).