de grens (meestal een gebergtekam) tussen de stroomgebieden (z stroomgebied) van twee rivieren.
De werelddelen worden door de gebergten in gebieden gescheiden, waarvan de rivieren in soms ingewikkelde systemen naar de oceanen afvloeien. Een enkele keer zijn er rivieren, die in het stroomgebied van een andere rivier ontspringen en vervolgens het ketengebergte doorbreken; deze rivieren tappen dus a.h.w. water uit de nabijgelegen stroomgebieden af. Zo heeft ook de Donau een deel van zijn stroomgebied gemeenschappelijk met de Rijn of heeft er zelfs delen aan moeten afstaan, bijv. aan de Neckar en aan de Main. Ontbreekt de waterscheiding in haar geheel dan gaan de rivieren van beide stroomgebieden in elkaar over en spreekt men van bifurcatie, bijv. de Casiquiare tussen Amazone en Orinoco. Er zijn verder een aantal gebieden, die zonder afwatering zijn; deze komen in Europa weinig voor, maar in Azië omvatten zij een gebied van 12,7 millioen km2 (of 37 pct van de totale oppervlakte), in Afrika 8,9 millioen km2 (30 pct), in Australië 4,1 millioen (54 pct); in Amerika echter slechts een klein gedeelte van de oppervlakte.