wordt verkregen uit visafval (kop, huid, graten) van niet-vette vissoorten als kabeljauw, koolvis, schelvis en heek.
De grondstof wordt zeer grondig gewassen met koud water, vervolgens gedurende 6-10 uur in water met een weinig azijnzuur gekookt. Na affiltreren van de visresten wordt de verkregen vislijmoplossing ingedampt tot de juiste dikte is verkregen. De kwaliteit van de lijm is in de eerste plaats afhankelijk van aard en zuiverheid van de gebruikte grondstoffen. De belangrijkste producenten zijn de V.S. (215 000 gallons in 1948), Noorwegen en Japan.
Vislijm is, in tegenstelling met beenderlijm, in koud water oplosbaar. Ze wordt gebruikt in de grafische industrie, boekbinderij, voor Engelse pleisters, etiketten en postzegels, in het algemeen daar waar een flexibele hechting vereist wordt.
Een kostbare soort lijm (Isinglass) wordt gemaakt uit zwemblazen; de beste soorten uit de zwemblazen van steur en karper (Rusland), mindere soorten uit die van kabeljauw, leng en heek (V.S., Canada, Ijsland), meerval (Venezuela, Brazilië, Suriname). De zwemblazen worden koud gewassen, ontdaan van de buitenste membraan, geperst en gedroogd. Isinglass is onoplosbaar in koud water en wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het klaren van wijn.