Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VERKEER EN VERVOER

betekenis & definitie

in NEDERLAND worden in belangrijke mate bepaald door de economische en geografische structuur van het land en de ligging temidden van landen met een hoog ontwikkeld economisch leven, waarvan de verkeersverbindingen met de rest van de wereld in belangrijke mate via Nederland lopen. Door zijn grote bevolkingsdichtheid wordt Nederland tot een zeer intensief bodemgebruik gedwongen.

Bijna 3/4 van de oppervlakte van Nederland is gecultiveerd en elk deel daarvan moet voor het verkeer bereikbaar zijn. Op grond daarvan kan een belangrijk locaal verkeer verwacht worden. Dit wordt nog bevorderd door de dichte bevolking (10,3 millioen, waarvan 31,4 pct in steden met meer dan 100 000 inwoners leeft en 24,4 pct in steden met 20 000-100 000 inwoners). In en rond deze agglomeraties vindt een intensief locaal verkeer plaats, temeer daar de grootste afstand in Nederland ca 300 km is en de steden dus niet ver van elkaar liggen. Verkeer heeft de neiging af te nemen met het toenemen van de afstand. Daar lange afstanden in Nederland niet mogelijk zijn, vindt over het gehele land een omvangrijk vervoer plaats op de korte en middelbare afstanden.

Landbouw en industrie dragen beide een sterk veredelend karakter, d.w.z. import van grondstoffen en export van hoogwaardige eindproducten. De aard der productie is zowel in de agrarische als in de industriële sector zeer gevarieerd. Het internationale karakter is nog in belangrijke mate gestimuleerd door de ligging van Nederland aan een der drukst bevaren zeeën en aan de monding van rivieren, welke rechtstreeks leiden naar de belangrijkste industrie- en bevolkingscentra van Europa, hetgeen een omvangrijk doorvoerverkeer tot gevolg heeft.

Al deze factoren te zamen leiden er toe, dat aan het verkeer hoge en zeer verschillende eisen worden gesteld. De samenstelling van het mobiele en vaste verkeersapparaat is door deze heterogene economische structuur sterk beïnvloed. Het net van verkeerswegen (vast apparaat) is zeer uitgebreid voor elk der technische vormen van verkeer, zoals uit het volgende staatje blijkt.

Met 23 000 km interlocale verkeerswegen op een totaal van 33 000 km2 heeft men dus per km2 0,7 km verkeersweg (excl. het locale net), waarvan: 0,10 km spoorwegen, 0,01 km tramwegen, 0,37 km landweg, 0,21 km waterweg.

Voor dit verkeerswegennet is een omvangrijk mobiel apparaat beschikbaar. In 1951 bezat Nederland 1141 zeeschepen met een inhoud van bijna 3 millioen bruto registerton en 17 102 binnenschepen met een laadvermogen van 4,3 millioen ton. De vloot van vliegtuigen voor burgerverkeer omvatte 66 eenheden. De spoorwegen beschikten toen over bijna 15 000 goederenwagens en een personenmaterieel met 108 000 zitplaatsen. Naast bijna 83 000 vrachtauto’s waren ca 16 000 personenauto’s, 4,5 millioen fietsen, 148 000 bromfietsen en 106 400 motorrijwielen aanwezig.

< >