Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Urinezuur

betekenis & definitie

Acidum uricum, 2.6.8-trihydroxypurine, C5H403N4 (z purine), komt voor in normale menselijke urine (zelfs op een purine-vrij dieet, zodat het uit andere stoffen, misschien histidine, opgebouwd kan worden) in de vorm van het zout mononatriumuraat tot een bedrag van 0,6 g per dag (ontdekt door Scheele, 1776), zet zich soms af in de vorm van blaasstenen en bij jicht in het kraakbeen van de gewrichten. Verder bevatten vogelexcrementen veel urinezuur (vogelguano 15 pct) en vooral slangenuitwerpselen (Boa constrictor 90 pct).

Men bereidt het dus door slangenuitwerpselen in loog op te lossen en weer met zoutzuur neer te slaan. Emil Fischer heeft urinezuur gesynthetiseerd.Urinezuur, een kleurloos kristallijn poeder, is zeer slecht oplosbaar in water, als zwak zuur goed in verdunde loog en is goed bestand tegen sterke zuren en basen. Door salpeterzuur wordt het geoxydeerd tot alloxanthine, dat met ammoniak het ammoniumzout van purpurzuur, het purperrode murexide geeft (reactie op urinezuur, bijv. in blaasstenen, z alloxaan). Het reduceert langzaam Fehlings proefvocht, zodat een zwak reducerende urine nog geen suiker behoeft te bevatten. De zouten, de uraten, zijn slecht oplosbaar in water (ook het ammoniumzout); het lithiumzout is goed oplosbaar in water, zodat het drinken van lithiumhoudend water vroeger aanbevolen werd als een geneesmiddel tegen jicht (z ook piperazine). Door het enzym uricase wordt urinezuur omgezet in allantoïne, dat ook in urine voorkomt.

Dr J. VAN ALPHEN.

< >