steungevend, elastisch weefsel, behorend tot de groep der bindweefsels. Het bestaat uit kraakbeentussenstof, ontstaan door oplossing van bindweefselvezels, en kraakbeencellen.
Kraakbeen wordt omgeven door een dun bindweefsellaagje, het kraakbeenvlies (perichondrium). Men spreekt van hyalien kraakbeen indien het enigszins doorzichtig is. Er kunnen ook elastische vezels ingroeien, zodat het veerkrachtiger wordt (elastisch kraakbeen) of collagene vezels, zodat het vrijwel tegen iedere rekking bestand is (vezelig kraakbeen).Het grootste deel van het benige skelet wordt kraakbenig aangelegd. Langzamerhand verbeent het kraakbeen (z been 1). Het langst, tot het einde van de lengtegroei, is het voorlopig kraakbeen aanwezig in de groeischij ven (epiphysaire schijven). Gedurende het gehele leven blijft kraakbeen bestaan in neus, oorschelp, ribben en gewrichtsvlakten. Op latere leeftijd verliest het kraakbeen zijn veerkracht door de zgn. asbestvezeling.