Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Uppsala

betekenis & definitie

(vroeger Upsala), hoofdstad van het gelijknamige lan (bestuursdistrict) in oostelijk midden-Zweden (5320 km2; 1950: 154 677 inw.); zetel van de aartsbisschop, de primaat der Lutherse Kerk (de Zweedse staatskerk), de oudste en belangrijkste universiteit van Zweden, met (1951) 63 072 inw. De oude, fraaie en regelmatig gebouwde stad ligt in een vruchtbare vlakte aan de Fyris, die in het Malarmeer uitmondt, en aan de spoorlijn Stockholm - Gavle.

Uppsala ligt ca 65 km ten N.W. van de hoofdstad. Tot de monumenten behoren o.a. de Domkerk en het kasteel.De Dom is in 1287 het eerst vermeld en in Gothische stijl, in baksteen opgetrokken. Een grondige restauratie in de jaren ’80 van de vorige eeuw heeft later terecht veel critiek ondervonden. Toch blijft de kerk een statig en zeer indrukwekkend bouwwerk, dat bovendien belangrijke schatten bevat, o.a. een collectie zilver en verschillende kostbare gewaden, zowel van geestelijken als van wereldlijke personen (staatsiekleed koningin Margaretha, ca 1400, en de costuums waarin de gebroeders Sture in 1567 vermoord zijn). Voorts bevat de Dom een prachtige kansel in Barokstijl en grafmonumenten van de koningen Gustav Vasa. Johan III en vele anderen. Tot de 18de eeuw werden de Zweedse koningen in deze kerk gekroond. Het hooggelegen kasteel werd door Gustav Vasa gebouwd om als tegenwicht tegenover de kerkelijke macht te dienen. Het werd in 1930-32 op voortreffelijke wijze gerestaureerd door R. Östberg en thans is het voor representatieve doeleinden in gebruik. Vooral de Rijkszaal is een prachtig voorbeeld van strakke Renaissancestijl. Het uitzicht van hieruit is beroemd. In de stad zelf bevindt zich nog een Linnaeusmuseum. Even buiten de stad ligt het uitermate bekoorlijke zomerverblijf van dezelfde geleerde, ,,Linnes Hammarby”.

De universiteit van Uppsala werd gesticht in 1477 en had in 1950 ca 3800 studenten. Zij is van oudsher beroemd om haar voortreffelijk docentencorps en haar bibliotheek, de grootste van Zweden (meer dan 700 000 banden, 17 000 handschriften, waaronder het befaamde Gotische N.T. handschrift van Wulfila (z Codex Argenteus). Verder zijn in Uppsala gevestigd een landbouwhogeschool (1848) en een staatsinstituut voor rassenbiologie (1922), een observatorium, belangrijke wetenschappelijke verzamelingen en een botanische tuin. Economisch heeft Uppsala weinig betekenis, voor grotere schepen is het door het rijzen van de Zweedse bodem onbereikbaar geworden; als universiteitsstad blijft het echter een brandpunt van het geestelijk leven in Zweden.

Het eigenlijke Uppsala was in de vroege Middeleeuwen in de vlakte van de Fyris „het middelpunt van Zweden”. Het was van ca 850 - ca 1100 een heidens cultuscentrum en tevens de residentie der toenmalige koningen; het voornaamste heiligdom was er gevestigd. Latere koningsgeslachten verplaatsten hun zetel naar Stockholm, maar Uppsala bleef de zetel van een bisschop, later van de aartsbisschop. Als gevolg van een grote brand werd in 1271 de bisschopszetel verplaatst naar het ietwat zuidelijker gelegen Aros (of Ostra Aros = mond van de oostelijke rivier), een plaatsje, dat in 1018 voor het eerst bij Snorri Sturluson genoemd wordt. Dit kreeg nu de naam Uppsala, het vroegere Uppsala wordt Gamla Uppsala (Oud-Uppsala) genoemd. De in 1477 gestichte universiteit, die in verval was geraakt, werd in 1593 door de synode van Uppsala hersteld en genoot de steun van Gustaaf Adolf. Linnaeus doceerde er in de 18de eeuw; in het begin der 19de eeuw was zij het middelpunt der Zweedse Romantiek, in de tweede helft dat van het liberalisme en de Skandinavische beweging. In de jaren ’80 der 19de eeuw bloeiden geschiedenis en philologie en literatuur, in de 20ste eeuw wijsbegeerte en wis- en natuurkunde.

Lit.: C. M. Kjellberg, U. (1914); C. Annerstedt, Upsala Universitets historia 1477-1792. Upsala 1877-1931, 3 dln in 5 banden.

< >