Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Unitariërs

betekenis & definitie

(Unitarians) noemen zich vooral in Engeland, in de 17de eeuw, en de V.S., degenen die tegenover het trinitarisch dogma de leer van de enkelvoudigheid Gods stellen. Men kan de wordingsgeschiedenis ophalen tot in de Christelijke Oudheid, bij de zgn.

Monarchianen, en in de eeuw der Hervorming bij de Socinianen en Antitrinitariërs, maar de moderne geschiedenis van het unitarisme begint na de „ejection” ten gevolge van de Act of Uniformity (1662) en met Richard Baxter. Joseph Priestley en Theoph. Londrey stichtten de eerste Unitarian Church in Londen. In 1825 werd de British and Foreign Unitarian Association opgericht. Zowel in Engeland als in Amerika, waar het Unitarisme in de late 18de en de 19de eeuw deels een vrucht van het doordringen der verlichtingsdenkbeelden in de Congregationalistische Kerken van Massachusetts was, kenmerken zich deze gemeenten door een hoog cultuurpeil, sociale welstand en de overtuiging, dat de mens het heil bereikt door morele inspanning. Bovendien leeft er een optimistisch geloof in de vooruitgang. Geestelijk gezag zoeken zij in de godsdienstige verschijnselen, in de geschiedenis, in de ervaring, verklaard door rede en geweten. Hun centrum in de V.S. werd Harvard College, met de predikant van Boston, Jonathan Mahew (gest. 1766). Priestley stichtte verschillende Unitarische kerken, zoals te Philadelphia (1796). Begin 19de eeuw was W. E. Channing de leider. Harvard Divinity School was unitarisch tot zij in 1870 in de Universiteit werd geïncorporeerd. Meadville Theological School (1844) werd 1926 naar de Universiteit te Chicago overgebracht en bleef unitarisch. Theod. Parker (gest. 1866) maakte een unitarische liturgie uit het Book of Common Prayer. De organisatie omvat een International Council of Unitarian and other Liberal Religious Thinkers, voor het eerst te Boston gehouden in 1900, later o.m. te Amsterdam (1903) en te Leiden (1922). De tegenwoordige aanduiding is: International Congress of Free Christians and other Religious Liberals-, in Engeland heeft men de General Assembly of Unitarian and Free Christian Churches. Er zijn in de V.S. meer dan 400 unitarische kerken. Hun algemene mensenliefde is een vrucht van hun betrekkelijk ondogmatische vorm van Christendom.Lit.: G. W. Cooke, Unitarianism in America, a History of its Origin and its Development (1902); E. M. Wilbur, Our Unitarian Heritage (1926); Idem, A History of Unitarism, Socianism and its Antecedents, 2de dr. (Cambridge, Mass. 1946); Year Book of the General Assembly; Unitarian Year Book (Am.).

< >