Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Unionisten

betekenis & definitie

noemt men de aanhangers van de in 1817 door koning Frederik Willem III in Pruisen tot stand gekomen Unie tussen Lutheranen en Gereformeerden en de leden der daaruit ontstane Evangelisch-Christelijke kerk. Aldus handelde ook koning Willem I op Cura$ao in 1825 en in Ned.

Oost-Indië in 1835 en reeds vroeger in België.In de Noordamerikaanse Burgeroorlog (1862) gaf men die naam aan de aanhangers der Unie, in tegenstelling tot de Geconfedereerden. In Engeland duidt men er de liberalen mee aan, die zich, wegens de indiening van de Homerulebill (1886), van Gladstone losmaakten en zich tot handhaving van de rijkseenheid met de conservatieven verbonden.

< >