(Tongking of Don-Kinh, d.i. Oosterse hoofdstad), van 1884 tot 1946 een der protectoraten, die deel uitmaakten van Frans Indo-China.
De oppervlakte bedroeg toen 116 000 km2, het aantal inw. ca 10 millioen. Thans vormt het het noordelijk deel van de republiek Vietnam, met de hoofdstad Hanoi met (1949) 160000 inw. Het hoofdproduct is rijst; in normale tijden ruim voldoende om de eigen bevolking te voeden, moet, door de oorlogstoestand van de laatste jaren, thans rijst uit het Z. worden ingevoerd. Andere producten zijn maïs, suiker, thee, tabak en zijde. Dit laatste product wordt grotendeels gebruikt voor de inheemse weefindustrie. Aan mijnbouwproducten levert Tonkin vooral steenkool, tin en zink. De belangrijkste haven is Haiphong, welke de laatste jaren sterk verzandt. Een nieuwe haven aan de Along-Baaiwordt gebouwd (z verder Vietnam).GESCHIEDENIS
Nadat in 1873 de Fransen Hanoi bezet hadden en daarna ook andere plaatsen, ontruimden zij deze weer, krachtens het verdrag met de Annamietische keizer Tuduc, in 1874, in ruil waarvoor zij de vrije handel en de bescherming van de zending bedongen. In de daarop gevolgde strijd tussen Frankrijk en China om de opperhoogheid over Tonkin behield het eerste de overhand. Bij het verdrag van Tientsjin van 11 Mei 1884 deed China afstand van Tonkin. De moeilijkheden, met de Chinese troepen bij het in bezit nemen ondervonden, waren echter aanleiding dat Frankrijk aan China de oorlog verklaarde, waarna China op 4 Apr. 1885 voorgoed van Tonkin afstand deed.
In Aug. 1945 werd Tonkin met het protectoraat Annam en de kolonie Cochinchina herschapen in de onafhankelijke republiek Vietnam, met de hoofdstad Hanoi, onder presidentschap van Ho Tsji-Minh. Nadat in Dec. 1946 de vijandelijkheden met het Franse gouvernement waren uitgebroken, ontstond in 1948 een Fransgezinde tegenregering, die in 1949 van Frankrijk onafhankelijkheid verkreeg voor Vietnam binnen de Union Française. Tonkin heet thans Noordelijk Vietnam, Annam Centraal-Vietnam, Cochinchina Zuidelijk Vietnam, z verder Vietnam.