de hoofdstad van Vietnam (Frans Indo-China), gelegen op 210 N.Br. en 105° 45' O.L. v. Gr., aan de linkeroever van de Songkoi (Rode rivier), 175 km van zijn monding in de Golf van Tonkin, telt (1945) 140 000 inw., w.o. 20 000 Fransen, van wie sindsdien een groot aantal is gerepatrieerd.
De stad is terrasvormig aangelegd met brede straten en mooie boulevards, in Chinese stijl, maar met stenen huizen. In het N.W. der stad liggen de citadel (vroeger de zetel van de gouverneur), de aantrekkelijke Europese wijk en de botanische en zoölogische tuinen. Door een meertje van deze wijk gescheiden ligt het inheemse stadsgedeelte vooral in het N.O. van de stad. Er is een grote pagode en over de Songkoi ligt de meer dan 1600 m lange Pont Doumer (voor spoor- en autowegverkeer). Hanoi is door middel van spoorwegen verbonden met Saigon, Haiphong en Yünnanfoe, terwijl de stad tevens een knooppunt is van autowegen naar deze plaatsen. Zij is het letterkundig middelpunt van het Annamietische rijk, waar de Annamietische boeken gedrukt worden.
Behalve diverse lagere en middelbare onderwijsinstellingen is er een universiteit met faculteiten in de medicijnen, pharmacie, rechten en schone kunsten. De inwoners vervaardigen katoenen en zijden stoffen, filigrainwerk uit zilver en goud en lakwerk. De zeehaven is het 93 km stroomafwaarts gelegen Haiphong*, kleinere schepen kunnen tot Hanoi opvaren. Uitgevoerd worden vooral rijst, zijde, ijzer, steenkool, vee, thee, essences voor de parfumerie; de invoer bestaat vnl. uit gereedschappen, machines, garens en weefsels.Hanoi moet in 767 n. Ghr. door Chinezen gesticht zijn en lag toen zeer dicht bij de zee, waarvan het door voortdurende uitbreiding van de rivierdelta steeds verder af kwam te liggen. In 1427 werd Hanoi door de nationale Le-dynastie tot hoofdstad van Annam en Tonkin verheven. Krachtens het in 1874 gesloten verdrag van Saigon werd de haven voor de wereldhandel geopend en een Franse consul met militaire bescherming in de stad toegelaten. De stad werd na de oorlog van 1882 bezet, beschoten en met Tonkin in 1883 onder Frans protectoraat gebracht. De koning van Annam stemde er in 1897 in toe, dat zijn onderkoning te Hanoi door een Franse resident werd vervangen. Na de Japanse bezetting van 1941-1945 werd Hanoi de hoofdstad van Viet-nam (Tonkin, Annam en Cochin-China).
