(scheepsbouw), grootte van een schip, gemeten in tonnen. Van oudsher is deze maat voor schepen in gebruik geweest, waarbij men in Nederland in de 16de eeuw meest van „vaten” sprak en in de 17de eeuw in „lasten” (een last = 2 ton) rekende. Er zijn verscheiden soorten „tonnen”; sommige daarvan zijn inhouds- en andere gewichtsmaat, ook kent men verschillende methoden van scheepsmeting.
Het is daarom nodig om bij een grootte-opgave te vermelden, welke maat men bezigt. De voornaamste daarvan zijn:a. Registerton, inhoudsmaat van Britse herkomst, groot 100 kubieke voet (cft) = 2,83 m3. De ruimtetonnage wordt in Nederland bepaald uit een officiële scheepsmeting, door de zorg der Scheepvaartinspectie, volgens bij de Schepenwet vastgestelde regels, die aansluiten op de Engelse. Ze wordt vermeld op de meetbrief en gebruikt voor de groottebepaling van alle handelsschepen, waar ze als basis dient voor de berekening van havengelden e.d. Zowel de bruto- als de netto-tonnemaat kan worden vermeld, waarbij de eerste de totale, de tweede de nuttige inhoud geeft. Spreekt men, bijv. bij het beschrijven van passagiersstomers, alleen van „tonnen”, dan wordt vrijwel steeds de bruto-opgave bedoeld. Men kent naast de officiële Nederlandse, ook nog andere, zoals de Suez- en Panamatonnenmeting, toegepast door de betreffende Kanaalmaatschappijen.
b. Ton waterverplaatsing, gewichtsmaat, groot 1016 kg (Engelse ton van 20 cwt = 2240 pond) of 1000 kg (metrieke ton), gebruikt voor het bepalen van het scheepsgewicht of -déplacement. Bij het opgeven van de waterverplaatsing in tonnen kan zowel van een volbeladen, als een gedeeltelijk beladen of een ledig schip sprake zijn. Deze wijze van groottebepaling wordt voor oorlogsschepen algemeen gebezigd, waarbij sinds het verdrag van Washington (1922) als regel twee opgaven worden verstrekt, nl. die van het volledig uitgeruste schip (full load) en die van de standaard waterverplaatsing (zijnde de eerste, verminderd met het gewicht van brandstof en reservevoedingwater) (z ook déplacement).
c. Ton draagvermogen (deadweight), gewichtsmaat van 1016 kg (Engelse ton), gebruikt voor groottebepaling van de gezamenlijke last aan lading, brandstof, water, proviand enz., die een schip op een bepaalde diepgang kan vervoeren. Bij vrachtschepen en tankers wordt veelal deze maatstaf aangelegd, aangezien vooral het maximum-draagvermogen (carrying of deadweight capacity) de kwaliteiten van deze categorie het best karakteriseert.
IR R. F. SCHELTEMA DE HEERE.