derde president der V.S. (Shadwell, Virginia, 13 Apr. 1743 - Monticello 4 Juli 1826), zoon van Peter Jefferson, een welgestelde planter, die zijn zoon een voortreffelijke opvoeding heeft gegeven, studeerde rechten, werd advocaat en (in 1769) lid van de Wetgevende Vergadering van Virginia. Spoedig kwam hij op de voorgrond door zijn verzet tegen de politiek van het Britse moederland, niet het minst door zijn geschriften en zo werd hij dan ook in 1775 gekozen tot lid van het Congres van Philadelphia, dat de leiding kreeg in de Vrijheidsoorlog.
Hij was de voornaamste opsteller van de beroemde Onafhankelijkheidsverklaring van 4 Juli 1776. Teruggekeerd in Virginia, dreef hij in die staat zeer ingrijpende hervormingen door, waarbij de gehele wetgeving op nieuwe leest werd geschoeid, niet veel minder dan een sociale revolutie; vooral zijn wet op de godsdienstvrijheid, in 1785 van kracht geworden, droeg bij tot zijn roem. Van i77g-’8i was hij tevens gouverneur van zijn staat. Ambteloos geworden schreef hij zijn Notes on Virginia, een voortreffelijk overzicht van de natuur en toestanden aldaar. In 1783 werd hij ten tweeden male lid van het Congres, maar in 1784 zond men hem naar Europa om handelsverdragen tot stand te brengen; vijf jaar lang vertoefde hij als gezant in Parijs, waar hij diep onder de invloed van het Franse geestesleven kwam en bevriend was met Lafayette; tevens bezocht hij Italië, de Nederlanden, Duitsland en Engeland. In 1789 ging hij naar Amerika terug, waar hij minister van Buitenlandse Zaken werd in Washington’s eerste kabinet.
Dit bleef hij tot 1793, niet zonder ernstige conflicten met zijn ambtgenoot Hamilton, wiens centralistische, aristocratische en pro-Engelse opvattingen tegen de zijne indruisten; de groeperingen om deze beide mannen heen zijn gaandeweg uitgegroeid tot de grote politieke partijen in de V.S., de „Hamiltonians” tot de Republikeinen van thans, de „ Jeffersonians’ ’ tot de Democraten. In : 796 werd hij tot vice-president gekozen (onder president Adams). Tijdens deze ambtsperiode (1797-1801) voerde hij een scherpe strijd tegen de dwangwetten van 1798, waarbij hij zowel voor de rechten der afzonderlijke staten als voor die van de individuele burgers opkwam. In 1801 werd hij president, welk ambt hij tot 1809 vervulde. In 1803 kocht hij Louisiana van Frankrijk aan, waardoor het Amerikaanse grondgebied werd verdubbeld.Minder succes had hij met het in 1807, tijdens de oorlog tussen Frankrijk en Engeland, uitgevaardigde Embargo, waardoor de buitenlandse handel der V.S. werd lamgelegd; zijn land bleef wel is waar buiten die oorlog, maar leed zware schade. Hij weigerde langer dan acht jaar president te blijven (aan welk voorbeeld al zijn opvolgers, tot aan F. D. Roosevelt, zich hebben gehouden) en vestigde zich in 1809 weer op Monticello, waar hij het leven van de Virginische grand-seigneur leidde; van heinde en ver stroomden de gasten er heen en genoten daar van een gastvrijheid in grote, patriarchale stijl. Deze levenswijze kostte echter veel geld en dit, gepaard met zijn hulpvaardigheid jegens ieder, die een beroep op hem deed, en zijn ruime opvattingen tegenover zijn talrijk personeel (vrijen en slaven), bracht hem in financiële moeilijkheden, zodat hij zich reeds van Monticello wilde ontdoen, toen geldelijke steun van een aantal bewonderaars hem daarvoor bewaarde. Zijn laatste levensjaren wijdde hij geheel aan de door hem ontworpen Universiteit van Virginia, waarvan hij de opening (in 1825) nog beleefde.
Jefferson bekleedt een zeer grote plaats in de Amerikaanse geschiedenis; als humaan en vooruitstrevend denker was hij bij uitstek de vertegenwoordiger van de burgerij uit de tijd der Verlichting, de nieuwe klasse, die zich had geëmancipeerd van een verouderd koningschap en een remmende standenheerschappij. Zijn optimistisch geloof in de vooruitgang heeft een grote plaats gekregen in het Amerikaanse geestesleven evenals zijn idee van een zending van het Amerikaanse volk in deze wereld.
Zijn land eert hem als de kampioen der democratische gedachte en de menselijke waardigheid en vooral tijdens de New Deal van F. D. Roosevelt is de Jefferson-cultus sterk toegenomen. Hij was verder een veelzijdig man, in vele kunsten en wetenschappen als actief beoefenaar bekwaam, met een bijzondere belangstelling voor de techniek; ook de mens Jefferson is een van de boeiendste persoonlijkheden uit de geschiedenis der V.S.
PROF. DR J. PRESSER
Bibl. verzamelde werken, uitgeg. door Leicester Ford (io dln, 1892-1899); The Papers ofT. J. (1760-1776), ontworpen in 52 dln, die samen ca 50 000 documenten zullen bevatten (dln 1 en 2, 1950); Autobiography (tot 1790), ed. Ford (1914); The Letters of Lafayette and J., ed. by G. Chinard (Baltimore 1929).
Lit.: S. K. Padover, J. (1942); M. G. Kimball, J. (3 dln, 1943-1950) , Gh. M.
Wiltse,The Jeffersonian Tradition in American Democracy (1935); B. Mayo, J. himself (1942); D. Malone, J. the Virginian (1948); D. J. Boorstin, The Lost World of Thomas J. (1948); O. Vossler, Die amerik.
Revolutionsideale in ihrem Verhältnis zu den europäischen (1929) ; Max Beloff, Th. J. and American Democracy (1949); Gh. A. Beard, Economic Origins of Jeffersonian Democracy (1949).