Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Theophiel COOPMAN

betekenis & definitie

Vlaams schrijver (Gent 24 Nov. 1852 - Schaarbeek 4 Juni 1915), was ambtenaar aan het ministerie van Spoorwegen. Enkele van zijn gemoedelijke liederen, als Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief (muziek van G.

Antheunis) zijn populair gebleven. Hij speelde een niet onbelangrijke rol in het literair leven onmiddellijk vóór Van Nu en Straks, o.a. met het door hem en V. de la Montagne opgerichte, toonaangevende tijdschrift „Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle”. Met I.. Scharpé publiceerde hij een uitvoerige, om het rijke materiaal heden nog belangwekkende Geschiedenis der Vlaamsche Letterkunde (Antwerpen 1910).

Hij maakte zich eveneens verdienstelijk door bibliografisch werk.DR R. F. LISSENS

Bibl.: Lenteliederen (Dendermonde 1876); Gedichten en Gezangen (Antwerpen 1879); Kinderlust (Gent 1897); Onze Dichters. Een halve eeuw Vlaamsche poëzie 1830-1880 (Antwerpen 1880, samen met V. de la Montagne); De Taalstrijd hier en elders (1884-1887, 3 dln); Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd (1904-1914, 10 dln, samen met J. Broeckaert).

< >