Belgisch priester-missionaris (Antwerpen 12 Juni 1823 - Lao-Hoe-Keoe, China, 28 Febr. 1868), is de stichter der missie-congregatie, bestaande uit priesters en broeders, van het Onbevlekt Hart van Maria (Lat.: Congregatio Immaculati Cordis Mariae, afgek. C.I.C.M.).
Naar het eerste huis te Scheut bij Brussel, dat het moederhuis werd, worden de leden dezer congregatie ook Scheutisten genoemd. Verbist was eerst aalmoezenier van de Militaire School te Brussel en werd belast met het bestuur van het pas opgerichte missie-genootschap der H. Kindsheid. Omdat in 1860 bij het Verdrag van Tientsin het tot dan toe hermetisch gesloten China voor de missie geopend werd, richtte hij zijn aandacht op dat rijk. De door hem opgerichte missiecongregatie, gebaseerd op het afleggen der drie kloostergeloften in vereniging met een missie-eed, ontving op 1 Nov. 1862 de eerste pauselijke goedkeuring. In 1865 vertrok Verbist met drie paters, onder wie Ferdinand Hamer, naar Mongolië, waar hij ruim twee jaar later overleed. De Congregatie breidde zich na zijn dood over steeds nieuwe missiegebieden uit en kreeg in 1899 haar eerste huis in Nederland (thans vermeerderd tot drie).Lit.: J. Rutten, De missionarissen van Scheut en hun stichter (1930).
