Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DENDERMONDE

betekenis & definitie

stad in Oostvlaanderen, ligt aan de samenvloeiing van Dender en Schelde, op een bijna vlakke bodem (805 ha) van klei en zand; weiden en landbouw. Er is allerhande textielnijverheid, olieslagerijen, olie- en zaadhandel, ververijen, touwslagerijen; Dendermonde is een voornaam knooppunt van spoor- en straatwegen.

Het telt (1948) 9326 inw. Romeinse vondsten. Vóór de 11de eeuw wordt Dendermonde niet vermeld; het was toen al omwald. Het Land van Dendermonde strekte zich uit op beide Schelde-oevers, tot bij Gent. In 1233 kreeg Dendermonde stadkeuren. In 1379 werd het belegerd door de Gentenaars, in 1572 vernield door de Spanjaards. In 1585 bouwde Parma er een fort, oorsprong van de versterkingen. De stad werd in 1667 belegerd door Lodewijk XIV, maar door overstroming ontzet. In 1706 schoten de Engelsen ze gedurende tien dagen tot puin. Het Barrière-tractaat handhaafde er een vreemd garnizoen (1715). Nieuwe beschieting in 1745, door de Fransen. De vestingen werden gesloopt in 1784, in 1822 weer opgeworpen, om rond 1910 te verdwijnen. In 1914 werd Dendermonde door de Duitsers andermaal beschoten en platgebrand.De O.-L.-V.-kerk, in Gothische stijl heropgebouwd in de 14de eeuw, bevat een merkwaardige Romaanse doopvont (12de eeuw), een oksaal van Quellin, een altaar van J. Duquesnoy en A. Faid’ herbe (1638), koperwerk van 1633, schilderijen van Antoon van Dijck, David Teniers en G. de Crayer. Het Gothische stadhuis (14de eeuw) werd gerestaureerd na 1914-’18; het herbergt een museum van Dendermondse schilders; in het belfort een beiaard van 40 klokken. Het voormalig vleeshuis (1408) is thans oudheidkundig museum. De begijnhofkerk, uit de 16de eeuw, werd gerestaureerd na 1918. Het gerechtshof, door Vaerewijck, dateert van 1927 en is 100 m breed. Abdij. Befaamd is de ommegang, met het Ros Beiaard.

LEO DE WACHTER

Lit.: A. de Vlaminck, De stad en heerlijkheid van D. (7 dln, D. 1864-’74). L. Bruyninckx, Gesch. der stad D. (D. 1938); A. de Vlaminck, Le siège de Termonde en 1667 (Anvers 1900); P. de Maesschalck, Oud D. (D. 1901); A. de Vlaminck, L’église collégiale de N.D. à Termonde (2 dln, Termonde 1898-1900); H. Verheyden, Le béguinage (Termonde 1858); T. van Kempen, De abdijkerk van D. (D. 1902); G. van Wesemael, Het stadhuis van D. (D. 1909); A. de Vlaminck, L’ancienne halle à viande de T. (T. 1897); Handelingen van den Oudheidkundigen Kring van D.

< >