Ned. Herv. theoloog (Laren, Gld., 2 Oct. 1888), was na zijn studie te Utrecht en aan het Quaker-college „Woodbrooke” te Birmingham, predikant achtereenvolgens te De Meern (U.), Hoogmade (Z.H.) en Apeldoorn.
In 1917 promoveerde hij te Utrecht. In 1923 werd hij te Groningen hoogleraar vanwege de Ned. Hervormde Kerk voor dogmatiek, vaderlandse kerkgeschiedenis en Ned. Hervormd kerkrecht.Prof. Haitjema nam en neemt in de Hervormd-kerkelijke wereld een aparte plaats in. Behorende tot de confessionele richting, sterk beïnvloed door Groen van Prinsterer en Hoedemaker, stond hij van begin af aan open voor de dialectische theologie van Barth. Hij was de aangewezen leider van het Nederlands Hervormd Verbond tot Kerkherstel, dat in 1930 na de verwerping van het reorganisatievoorstel 1929 werd opgericht, en dat er naar streefde de Hervormde Kerk te reorganiseren tot een Christus-belijdende volkskerk. Toen in 1945 de reorganisatie-beweging zich in een ander gebied ontwikkelde (Gemeenteopbouw; prof. dr. H.
Kraemer), bleef prof. Haitjema ook deze nieuwe beweging in de Herv. Kerk steunen, zij het soms ook kritisch. Sedert 1926 was hij hoofdredacteur van het kerkelijk theologisch tijdschrift Onder eigen Vaandel, dat in de bezettingstijd spoedig verboden werd, en eerst in 1950 als Kerk en Theologie herrees, wederom met prof. Haitjema als hoofdredacteur.
PROF. DR C. G. VAN NIFTRIK
Bibl.: Augustinus’ wetenschap idee, diss. (1917) ; Sectarisch Ultramontanisme (1920); Hoogkerkelijk Protestantisme (1923); Karl Barth (1926; in het Duits verschenen onder de titel ,,Karl Barths ,,kritische” Theologie”, 1926); Gebondenheid en vrijheid in een belijdende kerk (1929); Christusprediking tegenover moderne gnostiek (samen met H. Schokking en J. C. Kromsigt, 1929); Het Woord Gods in de moderne cultuur (1931); de Richtingen in de Ned. Herv. Kerk (1934); Het erfgoed der Hervorming (1939); Dogmatiek als Apologie (1948).