(1) Gelderse gemeente van 10711 ha en (1951) 6510 inw., van wie (1947) 97 pct Prot. en 3 pct andersdenkenden, wordt door de gemeente Lochem in twee delen gesplitst. Het grootste deel van de bodem bestaat uit zand, alleen langs de oevers van de Berkel, de Bolksbeek en de Verwoldsche Molenbeek treft men lichte klei aan.
In het O. ligt de Lochemerberg. Tot de gemeente behoren de dorpen Laren (1947: 205 inw.) en Barchem (180 inw.) en een aantal buurten (Oolde, Exel, Verwolde, Dochteren), verspreide hoeven en landgoederen. Landbouw (gemengde bedrijven) is hoofdzaak. Op de Kalenberg bij Barchem is het welbekende huis der Woodbrookers in Nederland. De gemeente is rijk aan natuurschoon en bezit verscheidene landgoederen.Lit.: A. W. Heuvel, Oud-Achterhoeks boerenleven (1927),
(2) Noordhollandse gemeente van 1266 ha, in het Gooi, telt (1951) 11 685 inw., van wie (1947) 26 pct Prot., 52 pct R.K. en 22 pct andersdenkenden. De hoge bodem bestaat uit diluviaal zand. Er is landbouw en verder enige industrie (houtzagerij, weverijen). De oude wolweverij (huisnijverheid) is verdwenen. Het is de verblijfplaats van vele kunstschilders. De kom van het dorp bezit nog een brink. Autobusdiensten onderhouden de verbinding met Hilversum en Amsterdam en de plaatsen in de onmiddellijke omgeving. Voorts zijn er buitenplaatsen en moderne landhuizen (forensen) in de omgeving. Aan de weg naar Hilversum bevindt zich het Sint Jans Kerkhof met een kapel, waarheen jaarlijks op St Jan (24 Juni) een processie wordt gehouden, de enige in Nederland boven de grote rivieren.
Lit.: H. Polak, Laren in het Gooi (1925); W. J. Rust, De Gooise dorpen (Amsterdam 1913, Heemschutserie 26).
