Nederlands schrijver (Amsterdam 16 Juni 1879 - 23 Dec. 1943), was van 1898-1921 onderwijzer bij het openbaar onderwijs te Amsterdam. Sindsdien is hij hoofdbestuurder van de Bond van Nederlandse Onderwijzers geweest tot 1933, toen hij lid werd van de Tweede Kamer.
In 1935 werd hij lid van de gemeenteraad van Amsterdam. Hij publiceerde romans en novellen, hoofdzakelijk zich bewegende op het gebied van school- en kinderleven. Kees de Jongen (1923) verkreeg grote bekendheid en neemt onder de belletrie over kinderen in Nederland een bijzondere plaats in door het originele type dat de schrijver, min of meer autobiografisch, in de jeugdige fantast met zijn beminnelijke grootheidsdromen heeft getekend.Bibl.: Barend Wels (1908); Jongensdagen, 1908); Schoolland 1925); De gelukkige klas (1926); Het grijze kind (1927); Egeltje (1929); Het taaie ongerief (1932); Een bonte bundel (1935); In den Jochtend van het leven (autobiogr. 1941).