Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Technische wetenschap

betekenis & definitie

is de objectieve kennis der techniek, men zou kunnen zeggen de gedachten, voorstellingen, beelden die de mens zich van de techniek vormt. Evenals de natuurwetenschap de kennis der natuur ontwikkelt, zo vormt de kennis der techniek de technische wetenschap en daar techniek een onderdeel der cultuur is, moet men de technische wetenschap een cultuurwetenschap noemen.

Vaak rekent men de technische wetenschap tot de „toegepaste wetenschappen”, maar dit is een dubbelzinnig begrip en daardoor onbruikbaar voor scherpe begripsvorming. Helaas wordt het woord „toegepast” nog veel gebruikt, waar men duidelijker „technisch” zou kunnen zetten. Het verdoezelt het verschil tussen natuur- en technische wetenschap, omdat het de illusie wekt, dat men de natuurwetenschap maar heeft toe te passen om technische wetenschap te krijgen, zodat de laatstgenoemde een soort onderdeel voor de natuurwetenschap wordt, dat geen onafhankelijk bestaan heeft. Deze opvatting is nog zeer verspreid ondanks het feit, dat de geschiedenis der techniek leert, dat het grootste deel der technische kennis zonder hulp der natuurwetenschap tot stand kwam, dat juist omgekeerd de techniek vaak aanleiding werd om wiskundige, natuurkundige en chemische studies te beginnen, ten einde te kunnen begrijpen wat de technici eigenlijk deden. Typische voorbeelden leveren de metallurgie, de ceramiek, de glasbereiding, die reeds in de Oudheid tot een hoog peil van ontwikkeling kwamen, heel veel eeuwen lang voordat de scheikunde enig licht op deze processen kon werpen. En hoe lang hebben de volkeren rivieren, meren en zelfs de zee bevaren, voordat Archimedes doorgrondde wat eigenlijk drijven en zinken was. Archimedes was een beroemd ingenieur, die wiskunde en mechanica ontwikkelde naar aanleiding van de problemen, die zijn technische werkzaamheden hem stelden.Zo zien wij dus reeds in de Oudheid het voorbeeld, dat de techniek niet door toepassing van natuurwetenschap ontstond, maar omgekeerd, dat de natuurwetenschap zich naar aanleiding van de techniek ontwikkelde. Natuurlijk kwam het omgekeerde ook voor en gaf de natuurwetenschap aanleiding tot technische ontwikkeling en dit is in onze tijd van „research” meer dan ooit het geval. De afhankelijkheid tussen natuurwetenschap en technische wetenschap is niet eenzijdig, doch wederzijds. Het zijn elkaar sterk beïnvloedende, doch beide autonome gebieden, waarvan de een de natuur en de ander de techniek tot studie-object heeft. Uit een oogpunt van systematiek onderscheidt men: constructieve wetenschappen:

1. weg- en waterbouwkunde,
2. bouwkunde,
3. werktuigbouwkunde,
4. scheepsbouwkunde,
5. vliegtuigbouwkunde; voor de physisch georiënteerde:
1. physische technologie,
2. electrotechniek; voor de chemisch georiënteerde: chemische technologie;

en voor de op de aarde georiënteerde:

1. mijnbouwkunde,
2. geodesie.

Men ziet echter aankomen, dat zich hieruit weer speciale gebieden zelfstandig zullen maken en als afzonderlijke technische wetenschappen zullen gaan optreden.

DR IR A. KOREVAAR.

< >