(tot 1918: Reval), hoofdstad van de socialistische Sovjet-Republiek Estland, ligt aan de Finse Golfen telt (1935) 140 000 inw. De oorspronkelijke bevolking van Esten is na Wereldoorlog II ten dele gedeporteerd en vervangen door Russen.
De stad heeft haar middeleeuws karakter zuiver weten te bewaren. Op een rots van 50 m verheft zich de Dom (13de eeuw), met een oud kasteel (1227) en enige rijksgebouwen. Andere merkwaardige gebouwen zijn de Gothische Olauskerk (13de eeuw), de Nikolaaskerk (14de eeuw), het stadhuis (14de eeuw), het ridderhuis en het huis van het Knoetgilde (uit de Hanzetijd). Rondom de oude stad zijn de dikke stenen muren met 16 torens intact gebleven. Tevens vindt men er talrijke renaissance- en barokkunstwerken. Vóór 1940 was Tallinn een wetenschappelijk en artistiek centrum voor de Baltische Staten. De industrie levert katoen, papier, cellulose, machines, leer, hout en chemicaliën.GESCHIEDENIS
De stad is, als Reval, ontstaan uit een nederzetting van Duitse kooplieden rondom een burcht, die in 1219 door koning Waldemar II van Denemarken gesticht was. Zij werd lid van de Duitse Hanze en behoorde sedert 1346 tot het gebied van de Duitse Orde. In 1561 werd Reval met de rest van Estland door de Zweden veroverd en in 1710 door Peter de Grote, die het tot een Russische vloothaven maakte. In Juli 1908 had hier een ontmoeting plaats van tsaar Nicolaas II met koning Edward VII van Engeland, waardoor de Brits-Russische Entente van Aug. 1907 bevestigd werd. Reeds in Mrt 1917 streefde een Landraad te Reval naar de onafhankelijkheid van Estland, maar van Febr.-Nov. 1918 was de stad nog door de Duitse troepen bezet. Toen werd zij hoofdstad van de republiek Estland. Zij kwam in de volgende 20 jaar tot vrij snelle ontwikkeling. Bij de Sovjetrussische invasie der Baltische landen in 1940 werd Tallinn op 17 Juni bezet; er werd een communistische regering gevormd. Zomer 1941 viel de stad in Duitse handen.
Zij had zwaar van de oorlogshandelingen te lijden, met name van de Russische bombardementen in het voorjaar van 1944. 60 pct van de woonruimte werd verwoest. 21 Sept. 1944 kon door de aftocht der Duitsers een zelfstandige Estlandse regering gevormd worden, die echter reeds de volgende dag door de komst der Russische legers werd weggevaagd. Tallinn werd opnieuw hoofdstad van de Estlandse Sovjet-Republiek. Een massa-intocht van Russen had in de volgende jaren plaats, zodat de bevolking nu voor zeker meer dan de helft Russisch is. Tijdens de naoorlogse vijfjarenplannen werd het herstel van de stad ter hand genomen en had een uitbreiding van de industrie en de oorlogshaven plaats. In 1946 werd er een Estlandse Academie van Wetenschappen opgericht.