Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tadsjik

betekenis & definitie

een Indo-Germaans volk ten getale van ca 3 millioen, woonachtig in Afghanistan, waar zij, waarschijnlijk de oorspronkelijke Perzische bezetters, nu een minderheid vormen, maar hun Perzische taal behouden hebben, en in Russisch Turkestan, waar zij het hoofdbestanddeel van de bevolking vormen in de Sovjet-republiek Tadsjikistan. De landbouw is hun voornaamste bestaansbron met daarnaast veeteelt (kamelen, runderen, schapen).

In de steden zijn zij vertegenwoordigd als handelaars en handwerkslieden. Zij zijn Islamieten, in grote meerderheid Soennieten. De vrouwen bezitten een grote mate van vrijheid en gaan niet gesluierd.Het aantal Tadsjik in de Sovjet-Unie bedraagt (1939) i 228964. Het Tadsjiki, een Perzisch dialect, onderging invloed van het Turks, in het bijzonder van de taal der Oesbeken; dit dialect wordt behalve door de Tadsjik gesproken door Joden in Centraal-Azië, door Zigeuners en door een groot aantal Arabieren. Het Perzisch was de officiële taal van de Russische Tadsjik en het Arabisch het officiële schrift, doch in 1927 werd het Latijnse schrift ingevoerd en het locale dialect in een literaire vorm gegoten.

Lit.: A. von Schultz, Die Pamirtadschik (1914); O. Oluffen, Through the Unknown Pamir (1904); W. Leinbart, Die T., in: Geogr. Jahrb. LIV (1939), met bibliografie.

< >