(1, tent) noemt men de tent der samenkomst (nl. van Jahwe met zijn volk; volgens anderen: tent van de feestelijke bijeenkomst). Deze tent was het vervoerbare heiligdom van de Israëlieten tijdens hun verblijf in de woestijn.
De samenstelling er van wordt in Exod. 25-27 en 36-38 nauwkeurig beschreven. Die tent stond tijdens hun omzwerving door de woestijn, volgens oudere bronnen, buiten de legerplaats; bij de latere schrijvers in het midden van het kamp. In die tent werd ook later in Kanaân (Silo) de Ark des Verbonds bewaard.Een model (verkleinde nabootsing) van de tabernakel en zijn gereedschappen (vervaardigd door L. Schouten) volgens de beschrijving in Exod. bevindt zich in het Bijbels Museum te Amsterdam.
(2) is in de R.K. kerken een goed afsluitbare kast, gewoonlijk midden op de altaartafel geplaatst (z altaar), waarin de Eucharistie en de Heilige Vaten, m.n. de ciborie met geconsacreerde hosties, worden bewaard. Het tabelnakel is uitwendig dikwijls versierd, vooral de deuren. Het moet omhangen zijn met een zijden of linnen sluier (conopeum), in het wit of in de liturgische kleur van de dag, doch nimmer in het zwart; daarvoor moet dan paars genomen worden.