Nederlands wiskundige (Harlingen 1587 - Amsterdam begr. 26 Nov. 1647), werd ca 1600 als landmeter geadmitteerd door het Hof van Friesland, vestigde zich in 1605 als schoolmeester te Amsterdam en publiceerde sinds 1606 talrijke werken op het gebied van de wiskunde (voor 1635 onder de naam Sybrandt Hansz.); vooral zijn Arithmetica werd veel gebruikt. In 1617 werd hij benoemd tot professor in de wiskunde aan Coster’s Academie.
Zijn lessen werden zeer druk bezocht, doch moesten na enige jaren worden gestaakt in verband met de campagne van Calvinistische zijde tegen de Academie. Hij was ook gezworen wijnroeier en werd in 1639 lid van het boekverkopersgilde te Amsterdam. Zijn werk Boeckhouden, dat van een bijzonder inzicht in deze materie getuigt, werd na zijn dood door zijn dochter Levijntje (die de school een tijdlang heeft voortgezet) uitgegeven. Vondel heeft een gedicht op Cardinael gemaakt.
De vertaler Jan Hendriksz. Glazemaker was zijn schoonzoon.MR H. F. WIJNMAN
Lit.: C. van Beughem, Bibliotheca mathematica (1688); Bibliotheca selectissima (van Is. Le Long), 1744; H. F. Wijnman, De Amsterdamsche rekenmeester Cardinael, in Het Boek XXII (i933/34); O. ten Have, De leer van het boekhouden in de Nederlanden (1933); Is.
Beeckman, Journal, publ. par C. de Waard III (1945); 78.
