Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Stichting van den arbeid

betekenis & definitie

is op 17 Mei 1945 door de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties in Nederland opgericht als orgaan van vrijwillige, permanente samenwerking. Zij belichaamt de toenadering tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties, welke reeds voor Wereldoorlog II te constateren viel.

Tot oprichting werd besloten in de bezettingstijd, toen de leidende figuren uit het organisatieleven in het geheim bijeenkwamen ter bepaling van een gezamenlijke gedragslijn tegenover de Duitse strevingen op sociaal terrein. Hierbij en bij het opstellen van plannen voor de na-oorlogse jaren ervoeren zij dichter bij elkaar te staan dan zij hadden gemeend. Zij wensten in plaats van strijd de weg der samenwerking te betreden. De Stichting van den Arbeid stelt zich ten doel: het verlenen van intermediair tussen bedrijfsleven en overheid, het dienen van raad en advies, het tot stand brengen van regelmatig overleg tussen werkgevers en arbeiders, het bevorderen van sociale vrede, orde en rechtvaardigheid. Spoedig na haar openbare optreden werd de Stichting van den Arbeid door de Regering als orgaan van advies op sociaal terrein erkend. Weldra werd zij een gezaghebbend lichaam, dat nauw betrokken was bij de voorbereiding der na-oorlogse sociale wetgeving (reorganisatie der sociale verzekering, werkloosheidsverzekering, ontslagrecht, ondernemingsraden e.a.).De landelijke loonpolitiek voert de Regering, daarbij uitgaande van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen-1945, in belangrijke mate op advies van de Stichting van den Arbeid. Voor de bedrijfstaksgewijze loonpolitiek is het College van Rijksbemiddelaars op grond van het genoemde Besluit verplicht het advies van de Stichting van den Arbeid in te winnen. De Stichting van den Arbeid nam een overwegende plaats in de Commissie in, die onder voorzitterschap van prof. dr F. J. H. M. van der Ven het wetsontwerp op de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie heeft voorbereid, alsmede in de Commissie ter bevordering van de Arbeidsproductiviteit. Het bemiddelende werk van de Stichting van den Arbeid heeft veel bijgedragen tot de arbeidsvrede der na-oorlogse jaren. Meer dan 1200 adviezen werden tot 1952 aan de Overheid uitgebracht. Ook in het buitenland trok zij grote belangstelling, daar men elders een dermate nauwe samenwerking tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties niet kent.

De Stichting van den Arbeid is geheel onafhankelijk van de overheid. Zij steunt op de Raad van Bestuur in Arbeidszaken en de Raad van Vakcentralen. In haar werken de volgende organisaties samen: Centraal Sociaal-Werkgevers Verbond; Kath. Verbond van Werkgeversvakverenigingen; Verbond van Protestants-Chr. Werkgevers in Nederland; Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond; Nederlandse Kath. Middenstandsbond; Chr. Middenstandsbond; Koninklijk Nederlands LandbouwComité; Kath. Nederlandse Boeren- en Tuindersbond; Nederlandse Chr. Boeren- en Tuindersbond; Nederlands Verbond van Vakverenigingen, Nederlandse Kath. Arbeidersbeweging en Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland. Het Bestuur is paritair samengesteld. Een door de Stichting van den Arbeid uitgegeven maandblad „Sociale Voorlichting” draagt de gedachte der samenwerking in ruime kring uit.

In 1950 heeft de Sociaal-Economische Raad een deel van het werk der Stichting van den Arbeid overgenomen. Aangezien de opbouw van de Stichting van den Arbeid meer dan die van de S.E.R. gericht is op het bereiken van overeenstemming tussen de sociale groeperingen, blijft de Stichting van den Arbeid bij onderhandelingen een belangrijke taak, soms op basis van studies van de S.E.R., vervullen, terwijl zij ook haar bemiddelende en voorlichtende werkzaamheden voortzet.

P. BRANDES.

< >