naam van vijf koningen van HONGARIJE.
Stephanus I
(ca 975 - Gran 20 Aug. 1038; regeerde van 997-1038), was een zoon van hertog Geza en verwisselde bij zijn doop (vermoedelijk vóór 990) zijn Hongaarse naam Wojk voor de Christelijke Stephanus. Toen hij zijn vader als hertog opvolgde, kreeg hij dadelijk de oppositie der stamvorsten tegen zich, omdat dezen van hem vreesden, dat hij de denationaliserende politiek van zijn vader zou voortzetten. In 998 was hij een eerste heidense opstand de baas, maar het duurde tot 1028 voor hij de stamvorsten er onder had. Hij verving hun bestuur door een op Frankische leest geschoeid gravenstelsel. Stephanus’ verdienste is echter vooral geweest, dat hij ondanks de kerstening de onafhankelijkheid van zijn land heeft bevestigd door zijn kroning in 1000 door paus Sylvester II, alsmede door de oprichting (nog wel met medewerking van keizer Otto III) van een eigen Hongaars bisdom (Gran) en 10 Hongaarse bisdommen. Stephanus I, die gehuwd was met een zuster van keizer Hendrik II, Gisela, werd in 1087 heiligverklaard en geldt als de patroon van de Hongaren. Om zijnentwege ontvingen zijn wettige opvolgers later de eretitel van apostolisch koning. Paus Innocentius XI stelde zijn feestdag op 2 Sept., ter herinnering aan de zege, die dag op de Turken behaald te Boedapest.
Stephanus II
(1101 - Groszwardein 1 Mrt 1131; regeerde van 1114-1131) was de zoon en opvolger van Koloman en streed zonder succes tegen Venetië (om Dalmatië), Bohemen en tegen het Oostromeinse Rijk.
Stephanus III
(1147-4 Mrt 1172; regeerde van 1162-1172) was de zoon en opvolger van Geza II en moest eerst zijn oom en tegenkoning
Stephanus IV
(gest. 1165) bestrijden. De Oostromeinen, die Stephanus IV ondersteund hadden, overwon hij bij Semlin (1167).
Stephanus V
(18 Oct. 1239-eiland Csepel 6 Aug. 1272; regeerde van 1270-1272) was de zoon en opvolger van Bela IV, bestreed Ottokar II, koning van Bohemen en sloot de Vrede van Pressburg met hem.
