Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Stedingerland

betekenis & definitie

vruchtbaar Duits zeekleigebied in het Land Nedersaksen, is bekend door vrijheidsstrijd van zijn bewoners, de Stedingers. Terwijl het voormalige Stedingerland een veel grotere oppervlakte had, ligt dat van onze tijd tussen de Ochte, de Wezer en de Hunte en is wegens zijn lage ligging door dijken omgeven.

Toen koning Hendrik IV in 1062 de linkeroever van de Wezer van de monding der Ochte tot aan Butjadingerland aan de aartsbisschop van Bremen geschonken had, vestigden zich Rüstringers en Nederlanders op het door dijken aan de rivieren ontwoekerd gebied. Zij noemden zich Stedingers of Oeverbewoners. Zij onttrokken zich langzamerhand aan de plicht om tienden te betalen en verdedigden tevens met kracht hun grenzen tegen de graven van Oldenburg, wier burchten Lichtenberg en Line zij in 1187 verwoestten. Ook aartsbisschop Hartwig II kon hen (door middel van een kruistocht) niet tot onderwerping brengen (1207). Een zijner opvolgers, Gerhard II, beschuldigde hen in 1222 van ketterij. Daarop volgden ban en interdict en een nieuwe kruistocht, welke laatste vooral bevorderd werd door Koenraad van Marburg. Daarenboven deed keizer Frederik II hen in de rijksban. Weldra werd door de naburige vorsten een groot leger bijeengebracht en de Stedingers werden na dappere tegenstand bij Altenesch verslagen (1234). Duizenden werden gedood; het land werd verwoest en onder de overwinnaars verdeeld, het grootste gedeelte ontvingen de aartsbisschoppen van Bremen en de graaf van Oldenburg, die echter aan de overgeblevenen en aan nieuwe kolonisten het recht van landgebruik verleenden.

< >