Vlaams acteur en toneelleider (Schaarbeek 16 Febr. 1893), genoot zijn opleiding aan het Kon. Vlaams Conservatorium te Antwerpen bij prof. dr M.
Sabbe en Modest Lauwerijs, waarna hij opviel als reizend declamator in Frans Vlaanderen. Tijdens Wereldoorlog I werd hij gevangengenomen en verwierf faam als leider van een Belgisch krijgsgevangenentoneel. Van 1919 tot 1920 was hem de leiding toevertrouwd van een officieel Kunstgezelschap der Oudstrijders, dat in de zomer 1920 werd omgezet in „Het Vlaamse Volkstoneel” onder leiding van dr O. de Gruyter. Staf Bruggen was de hoofdacteur uit deze groep, waar hij later, onder leiding van Johan de Meesterj r, roem verwierf met vertolkingen van Moenen in Mariken van Nieumegen, Belzebub in Vondel’s Lucifer, Pitje Vogel in En waar de ster bleef stille staan van Felix Timmermans-Ed.
Veterman, de Duivel in De Geschiedenis van den soldaat van Ramuz en Strawinsky. Ook belangrijk regiewerk werd hem toen toevertrouwd. Na zijn herformering in 1933 kwam het Nieuw Volkstoneel onder leiding van Staf Bruggen, totdat het in Apr. 1940 werd ontbonden in verband met de oorlogstoestand.Het is Staf Bruggen’s voorname verdienste dat hij van 1930-1940 meer dan 50 Vlaamse en Noord nederlandse werken deed opvoeren als reactie tegen verwaarlozing van eigen auteurs in de officiële schouwburgen. Gedurende de bezetting (Aug. 1940) werd hij benoemd tot artistiek directeur van de Kon. Nederlandse Schouwburg te Gent; zijn directie werd niet gehandhaafd na het einde der bezetting.
Als toneelregisseur oefent hij nog steeds een te waarderen invloed uit.
JAN BOON.