Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SPOELBERCH, willem

betekenis & definitie

(Guilliam), Vlaams minderbroeder (Brussel 21 Aug. 1569 - Mechelen 1 Juni 1633), trad, ofschoon tot een adellijk geslacht behorend, in de orde van S. Franciscus (1587), nam er verschillende ambten waar, o.m. dat van prediker, en vertrok tweemaal met een bijzondere opdracht naar Rome.

Hij kende zes talen naast het Nederlands, zijn moedertaal, waarin hij haast al zijn werken, ook enkele vertalingen, schreef (ca 20 tussen 1590 en 1630), hetzij ter versteviging van het geloof, hetzij ter bekamping der Protestanten. Ze zijn thans alle zeldzaam, zo niet onvindbaar geworden en vermelden zijn naam nu eens voluit, dan weer in beginletters (B.W.S.B. resp. P.G.S.B. ex F.G.S.B.).Bibl. (voorn. werken): Catholyck goetduncken ende onderwijs (Antwerpen 1605), een weerlegging van Mamix’ catechismus; Gheestelycke dreve (Antwerpen 1604; 5de uitg. in 1610), een verzameling liederen en refreinen; Concionum moralium tomi II (Antwerpen 1626), dat uit preken op Zon- en Feestdagen bestaat en 3 uitgaven beleefde.

Lit.: Fl. van Duyse, Het oude Ned. Lied (’s-Gravenhage 1903). 483 vlgg; D. F. Scheurleer, Ned. Liedboeken (’s-Gravenhage 1912); Biogr. Nat. XXIII (Bruxelles 1921-’24), kol. 472 vlgg.

< >