Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SORDELLO de’ visconti

betekenis & definitie

Noorditaliaans troubadour (Goito, bij Mantua, ca 1200 - in Provence ? ca 1269), is de befaamdste onder de Italianen die, onder invloed van de uit Zuid-Frankrijk uitgeweken hoofse minnezangers, in de taal der Provence dichtten. Zijn bekendheid dankt hij bovenal aan zijn door Dante in Purg. VI, 58 vgg. bezongen ontmoeting met Vergilius (zijn stadgenoot) waarin hij treurende wordt voorgesteld om de bloedige verdeeldheid der Italiaanse machthebbers; aan zijn vermelding in Dante’s De Vulgari Eloquentia; voorts aan Rob.

Browning’s gedicht Sordello (1840) en aan een verwijzing naar hem door Tennyson. De adellijke Sordello komt in 1220 in een kroegruzie te Florence voor, schaakte in 1226 op instigatie van Ezzelino da Romano vrouwe Cunizza, gade van zijn meester Riccardo di Bonifazio uit Verona, vluchtte in 1229 naar Provence, vergezelde denkelijk Karel van Anjou in 1265 op zijn Italiaanse veldtocht en zat in 1266 gevangen te Napels. Zijn didactische (Ensenhamen d’onor), liefdes- en satirische gedichten hebben geen bijzondere betekenis; zeer fraai echter is zijn vermaarde klaagzang (Planh) bij de dood van zijn Provençaalse heer, Ser Blacatz.DR MR H. VAN DEN BERGH

Uitgave van S.’s gedichten d. Cesare De Lollis (Halle 1870, m. bibl.).

Lit.: S.’s leven in C. De Lollis, uitg. (zie boven); voorts G. Bertoni, I trovatori d’Italia (Modena 1915); A. Jeanroy, La poésie lyrique des troubadours (Paris 1934), II, 167.

< >