Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SOFISME

betekenis & definitie

of sofistiek is een wijsgerige richting, die in Griekenland tussen 450 en 425 v. Chr. op de voorgrond trad (merkwaardigerwijs vindt men, met gering tijdsverschil, in China en India verwante stromingen).

Hadden de oudste Griekse denkers hun in vele opzichten rijke kennis en diepgaand inzicht verbonden met een aristocratische geesteshouding, die hen deed vasthouden aan allerlei overgeleverde opvattingen en hen afkerig maakte van een ruime verspreiding van hun denkbeelden, de sofisten stelden zich ten doel, aan de verworven wetenschappelijke en wijsgerige inzichten een meer algemene bekendheid te geven (enkelen wisten op deze wijze in hun levensonderhoud te voorzien, wat wel eens aanstoot gaf) en deze te gebruiken in een critiek op de in hun tijd gangbare godsdienstige, zedekundige en maatschappelijke voorstellingen; het laat zich horen, dat hierbij ook de wijsgerige leerstellingen van hun voorgangers het vaak moesten ontgelden.Dat Plato de werkzaamheid der sofisten fel, en niet altijd op rechtvaardige wijze, heeft bestreden, is bekend. De naam sofist is dan ook in discrediet geraakt (sofisme: drogreden, spitsvondigheid). De betekenis van hun werkzaamheid kan echter moeilijk worden overschat, en zelfs bij Plato is haar invloed duidelijk merkbaar. Ontstaan en ontwikkeling van verschillende vakwetenschappen zijn door de sofistiek sterk bevorderd.

Onder de belangrijke vertegenwoordigers van de sofistiek noemen we in de eerste plaats Protagoras van Abdera; zijn beroemde stelling: „de mens is de maat van alle dingen” is voor velerlei uitleg vatbaar, maar heeft, zoals uit andere gegevens blijkt, een relativistische en subjectivistische strekking. Zijn tijdgenoot, Gorgias van Leontini, verdedigde drie stellingen:

1. er bestaat niets;
2. als er al iets bestond, dan zou dit voor de mens onkenbaar zijn;
3. zelfs als het voor de mens kenbaar ware, zou mededeling van deze kennis onmogelijk zijn.

In zijn bewijs van deze stellingen speelde Gorgias de argumenten van de oudere filosofen op zeer vernuftige wijze tegen elkaar uit. Zijn diepere bedoeling was dan ook wel, de ongerijmdheid van de oudere opvattingen aan te tonen. Iets jonger was Hippias van Elis, beroemd om zijn beheersing van velerlei wetenschap en ambacht.

PROF. DR E. W. BETH

Lit.: zie Hellas, filosofie.

< >