Vlaams schilder (Gent 21 Juli 1881), behoorde evenals zijn oudere broeder Gustaaf tot de Latemse school, in welke plaats hij van 1906 af gevestigd is. Hij bleef trouw aan een neo-impressionnisme dat nochtans de plastische vorm recht doet wedervaren.
Hij vertoont daarin enige verwantschap met Theo van Rysselberghe. Hij schildert figuren-composities, naakten, portretten, landschappen, bloemstukken en stillevens.Hij weet deze genres zo te verwerken dat zijn figuren van vrouwen en kinderen voorkomen in smaakvol ingerichte kamers met uitzicht op de tuin en gestoffeerd met kleurige kleedjes, mooi porselein en zeldzame bibelots, waardoor zijn portretten en naakten iets genre-achtigs krijgen. Hij schildert dun en houdt zijn grote doeken vaak in een algemene tonaliteit van wit of rose, waarin dan de warmere kleuren fris aandoen. Tijdens Wereldoorlog I verbleef hij te Londen en schilderde er de beeltenissen van Bernard Shaw en vele damesportretten. Zijn werk is vertegenwoordigd in de musea van Antwerpen, Brussel, Eindhoven en Grenoble.
PROF. DR J. MULS
Lit.: Jozef Muls, L. de S., in: Vlaamsche Arbeid 1924; Idem, Een eeuw Portret in België (Diest 1944); André de Ridder, Sint Maertens-Laethem, kunstenaarsdorp (Brussel 1946).