Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LATEMSE SCHOOL

betekenis & definitie

of School van Sint Martens-Latem: kunstenaarskolonie, gevestigd aan de Leie, ten Z.W. van Gent, in de dorpen Sint-Martens-Latem, Demie, Afsnee en Astene. Te Latem, waar Binus van den Abeele, gemeentesecretaris en zondagschilder, reeds werkte, kwam zich tussen 1898 en 1901 een eerste groep vestigen, bestaande uit: de beeldhouwer George Minne, de schilders Valerius de Saedeleer, Jules de Praetere, Gustaaf van de Woestijne, Alfons Dessenis, de dichter Karel van de Woestijne, e.a.

Zij zijn het die onder de spirituele leiding van K. v. d. Woestijne de breuk van de Vlaamse kunst met het impressionnisme hebben voltrokken om, geïnspireerd door de primitieven en Brueghel, de plastiek en de schilderkunst een transcendentaal karakter te geven, geestelijk van inhoud en streng van vorm. Tussen 1904 en 1909 heeft zich aldaar een tweede groep kunstenaars gevestigd, bestaande uit: Frits van den Berghe, Albert Servaes, Leon en Gustaaf de Smet, Constant Permeke en de dichter Paul Gustaaf van Hecke. Deze groep zou de grondslag leggen van het Vlaamse expressionnisme, dat evenwel slechts na Wereldoorlog I zou doorbreken. De literaire promotors van de tweede groep waren P. G. v. Hecke en prof. André de Ridder. In 1913 was de kolonie in feite ontbonden door het vertrek van haar meest toongevende vertegenwoordigers, doch de streek is thans nog een uitverkoren oord voor schilders. Op een paar uitzonderingen na waren alle artisten van de School van Latem Gentenaars. Beide groepen hebben de Belgische kunst beheerst gedurende twee generaties; sommigen dier kunstenaars zijn figuren van wereldformaat geworden. In 1942 werd te Deinze het Museum voor Schone Kunsten van Latem en Leiestreek geopend.EM. LANGUI

Lit.: K. v. d. Woestijne: De Schroeflijn en Verzamelde Opstellen (Brussel 1928); André de Ridder, Laethem St Martin: Colonie d’artistes (1945); Idem, St. Maertens-Laethem kunstenaarsdorp (1946) ; Paul Haesaerts, De School van Sint-Martens-Latem (1945) ; Em. Langui, Gust de Smet, de Mens en zijn Werk (Brussel 1945).

< >