Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SITS

betekenis & definitie

(afgel. van een Sanskrt. woord, dat „bontbeplekt” betekent, in tegenstelling tot de effenwitte grondstof) is de benaming voor de befaamde, met de hand geornamenteerde katoenen stoffen, die in de 16de-17de en 18de eeuw het mooist vervaardigd werden op de Coromandelkust. Perzische patroontekenaars, wier werk aldaar algemeen bewonderd werd, leverden meestal de plant- en diermotieven voor de inheemse sitswerkers.

Op een voor de sitsschilders typerende wijze werd de stof, meestal fijn, glad katoen, bewerkt met verschillende, op zichzelf kleurloze beitsen, opgebracht met gereedschappen die het meest lijken op pen en penseel.

Het met de meekrapwortel bereide verfbad had op de met verschillende beitsen plaatselijk ontvankelijk gemaakte stof, al naar gelang een ander effect (rose, rood, violet). De blauwe partijen werden er, op de ook in Indonesië gangbare werkwijze, in ge„batikt”, waarna een penseel er ten slotte het weinig wasechte geel in aanbracht.

De afwerking door appreteren met stijfsels, gom en was en het glanzend wrijven met behulp van een zware, gladde schelp verleenden er ten slotte het karakteristieke, papierstugge en geverniste uiterlijk aan.

CRUYS VOORBERGH

< >