Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SINT-NIKLAAS

betekenis & definitie

stad in de prov. Oost-Vlaanderen en hoofdstad van het vruchtbare Land van Waas, op vlakke zandige bodem (2757 ha), telt (1951) 45.102 inw.

Er is weef- en breigoed-, tabak-, ceramische, metaal- en houtindustrie; landbouw; hoofdmarkt van het Waasland (marktplaats van 3,19 ha, de grootste van België). In het Landhuis zetelden baljuw en schepenen, die onder het Ancien Régime heel de streek bestuurden. De Gothische St-Niklaaskerk (14de-15de eeuw), herhaaldelijk verbouwd en vergroot, heeft Barokke altaren met beeldwerk van L. Faid’herbe. Neobyzantijnse O.L.V.-kerk (1844), met reusachtig verguld Mariabeeld (1895) op de toren, muurschilderingen en kruisweg door Guffens en Swerts. Mooi Neogothisch stadhuis (1874) met belfort en beiaard.

Kasteel Walburg (1555). Belangrijk oudheidkundig museum. Klein-seminarie.Lit.: Sint-N., de hoofdstad van het Soete Waeslant (Sint-Niklaas 1948); Fr. de Potter en J. Broeckaert, Gesch. der stad S. (Gent 1881-’83, 2 dln); A. de Schouteete, Inventaire gén. analyt. d. archives de la ville.... de S. (Bruxelles 1872).

< >